Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHellema, D.A.
dc.contributor.authorKwast, I.
dc.date.accessioned2014-05-23T17:00:37Z
dc.date.available2014-05-23T17:00:37Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/16662
dc.description.abstractOp 30 augustus 1999 koos de bevolking van Oost-Timor met een grote marge voor onafhankelijkheid van Indonesië, in een referendum georganiseerd door de VN. Drie dagen later sloegen pro-Indonesische milities, gesteund door het Indonesische leger, aan het moorden en brandstichten. Nederland was op 1 september 1999 voor één maand voorzitter geworden van de Veiligheidsraad. Oost-Timor zou een belangrijk deel van de agenda in die maand opeisen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook: hoe heeft Nederland het voorzitterschap van de Veiligheidsraad in september 1999 benut om een bijdrage te leveren aan de oplossing van het conflict in Oost-Timor? De Veiligheidsraad keurde het geweld in Oost-Timor gelijk af, maar was niet bereid in te grijpen zonder toestemming van Indonesië. Dit gold ook voor andere betrokken VN-lidstaten als Australië, Japan en Nieuw-Zeeland. Indonesië hield vol niets met het geweld te maken te hebben. Nederland stelde zich in de kritiek op Indonesië over het algemeen terughoudend op. De relatie tussen Nederland en Indonesië als voormalig kolonisator en voormalige kolonie was hiervoor een reden, maar Nederland maakte zich ook zorgen over de politieke verhoudingen binnen Indonesië. President Habibie was na de val van Soeharto benoemd tot interim-president, maar had zich niet populair gemaakt met het Oost-Timorese referendum. Zijn grootste tegenstander was minister van Defensie Wiranto, die de steun van het leger genoot, traditioneel een van de belangrijkste machtsbases in Indonesië. Te grote diplomatieke druk zou kunnen leiden tot de val van Habibie en een nieuwe politieke crisis. Aangezien de belangrijkste taak van een Veiligheidsraadvoorzitter het bereiken van consensus onder de leden is, kan een voorzitter geen blijk geven van het standpunt van zijn eigen land. Gedurende de periode van het voorzitterschap kan een ambassadeur dus tijdelijk veel inbrengen, maar zijn land weinig. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger, Peter van Walsum, probeerde als voorzitter van de Veiligheidsraad met de instrumenten die hij tot zijn beschikking had de Veiligheidsraadleden op één spoor te brengen, terwijl tegelijkertijd de diplomatieke druk op Indonesië werd opgevoerd. Zo agendeerde hij het sturen van een missie van Veiligheidsraadambassadeurs naar Jakarta en organiseerde hij een open Veiligheidsraaddebat, waarin zeer veel VN-lidstaten hun afkeuring jegens Indonesië uitspraken. Samen met maatregelen van veel verschillende actoren zorgde de druk vanuit de Veiligheidsraad binnen afzienbare tijd voor een verandering van de Indonesische houding en een internationale vredesmacht in Oost-Timor. Deze vredesmacht, Interfet, maakte snel een einde aan het geweld. De Tweede Kamer was in eerste instantie verre van tevreden over de Nederlandse inspanningen in de Veiligheidsraad. Aan de ene kant werd dit veroorzaakt door een informatieachterstand van de Kamerleden. Minister Van Aartsen en ambassadeur Van Walsum waren achter de schermen hard bezig mogelijkheden voor een vredesmissie te creëren, maar hielden dit uit de pers, om de voortgang niet in gevaar te brengen. Aan de andere kant hadden Van Aartsen en Van Walsum zich meermaals negatief uitgelaten over de houding van de Tweede Kamer ten opzichte van het conflict in Oost-Timor, wat de verhoudingen op scherp zette. Toen de resolutie die de vredesmissie mogelijk maakte eenmaal aangenomen was, sloeg de stemming om en waren de meeste Kamerleden zeer positief over de Nederlandse inspanningen. Nederland heeft de mogelijkheden van het voorzitterschap optimaal benut om een vredesmissie voor Oost-Timor dichterbij te brengen, waarmee het geweld tot een einde kwam.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1382373
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleBalanceren op het diplomatieke koord. Het Nederlands voorzitterschap van de Veiligheidsraad en het conflict in Oost-Timor in 1999.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsVeiligheidsraad; Verenigde Naties; Oost-Timor; Indonesië; Nederlands Voorzitterschap; Buitenlandse Zaken; 1999; Van Walsum; Van Aartsen;
dc.subject.courseuuInternationale betrekkingen in historisch perspectief


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record