dc.description.abstract | Wat vinden de leerlingen van het vak aardrijkskunde, wat geven zij de docent als suggesties voor verbetering en hoe verhoudt dit zich tot de ontwikkelingen in de onderwijsgeografie? In dit praktijkonderzoek zijn de ervaringen van de leerlingen en de docenten met het vernieuwde vakleerplan AK voor het tweede leerjaar onderzocht op basis van een leerlingenenquête, gesprekken met leerlingen en interviews met de docenten. Ook is de analyse gemaakt hoe de keuze voor het vak AK in de bovenbouw van de onderzoeksschool zich verhoudt tot de landelijk cijfers.
De leerlingen op de onderzoeksschool geven aan bij aardrijkskunde veel te leren en dat het bijdraagt aan het vormen van een goed wereldbeeld. Verder zijn ze opmerkelijke neutraal op de stellingen over belangrijk, makkelijk, afwisselend en actuele onderwerpen. Leerlingen tonen ook ambitie en geven aan dat zij een actievere rol in de les willen, willen werken aan concrete doe-opdrachten met ruimte voor eigen keuzes binnen de thema’s.
Aardrijkskunde mag meer zichtbaar en meer verschillig worden, zodat ze voorbij het neutrale antwoord van de leerlingen gaat komen. De sectie heeft de ambitie om projectonderwijs, GIS en veldwerk vaste onderdelen in het jaarprogramma te laten zijn.
De onderzoeksschool volgt de landelijke dalende trend om AK in de bovenbouw te kiezen. Het aantal leerlingen ligt er zelfs opmerkelijk veel lager: 20% op de school kiest AK, terwijl het landelijk gemiddeld op 32,9% van de havo en 36% voor het vwo ligt. Het nieuwe vakleerplan heeft hier nog geen meetbare invloed op. Om de keuze voor AK in de bovenbouw te verhogen moet de sectie op de onderzoekschool voorlichting geven, het vakleerplan verbeteren en een ambitie formuleren hoe het aantal leerlingen weer op het landelijk gemiddeld niveau te krijgen. | |