Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorGerrits, E.
dc.contributor.advisorWijnen, F.
dc.contributor.authorKempen, M.A.
dc.date.accessioned2014-03-25T18:00:45Z
dc.date.available2014-03-25T18:00:45Z
dc.date.issued2014
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/16420
dc.description.abstractMeertalige kleuters in Nederland lopen hoger risico op over- en onderdiagnose van een specifieke taalontwikkelingsstoornis dan eentalige kleuters. De beschikbare diagnostische taaltests zijn door testbias onvoldoende valide voor meertalige kinderen. De huidige studie onderzoekt of dynamische diagnostiek - door taalleerpotentieel te meten - een bruikbaar en valide alternatief biedt. Vijf logopedisten hebben samen met tien eentalige en twee meertalige kleuters (4 t/m 6 jaar) met specifieke taalontwikkelingsstoornissen aan deze studie deelgenomen. Om taalleerpotentieel te meten, is er een cue-continuüm ontwikkeld, dat kinderen kan ondersteunen in de subtest Zinnen Herhalen in Context (ZHC) van de Celf Preschool-2-NL. Het cue-continuüm transformeert de reguliere subtest ZHC in een dynamische ZHC en levert een hulpscore op. Er is onderzocht of er een relatie is tussen de hulpscore en twee statische uitkomstmaten op de Celf Preschool-2-NL, te weten de ruwe kernscore en de ruwe score op de statische ZHC. Verwacht wordt, dat kinderen met lagere statische scores meer cues gebruiken op de dynamische ZHC en zodoende een hogere hulpscore behalen. Middels een enquête achteraf is onderzocht of de deelnemende logopedisten de dynamische ZHC nuttig en bruikbaar vinden. Bij de eentalige kleuters is, zoals verwacht, een matige negatieve correlatie zichtbaar tussen de ruwe kernscore en de hulpscore, echter niet significant. Daarnaast is er, anders dan verwacht, geen relatie gevonden tussen de ruwe score op de statische ZHC en de hulpscore. Correcte zinsimitaties op de dynamische ZHC komen voornamelijk tot stand bij herhaald auditief aanbod van de doelzin. Uit de enquête blijkt dat de logopedisten de dynamische ZHC hanteerbaar vinden, maar er rijst twijfel over het nut van de cues. Hoewel de correlatie tussen de ruwe kernscore en de hulpscore correspondeert met voorgaande studies, levert het cue-continuüm te weinig en onvoldoende valide inzicht in taalleerpotentieel. Het aantal correcte zinnen neemt echter aanzienlijk toe bij herhaald auditief aanbod van de zin in de dynamische ZHC. Bij vervolgonderzoek zou een aangepast cue-continuüm nodig zijn, dat sterker oploopt van minimale naar maximale ondersteuning.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1474821
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDynamische Taaldiagnostiek bij Eentalige en Meertalige Kleuters met een Specifieke Taalontwikkelingsstoornis, een Pilotstudie
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsmeertalig, specifieke taalontwikkelingsstoornis, dynamische diagnostiek
dc.subject.courseuuLogopediewetenschap


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record