| dc.description.abstract | Doel: Het doel van de huidige studie is te onderzoeken wat de invloed is van ouderlijke psychologische controle en algemene identiteit op symptomen van panische angst, sociale angst, separatieangst en kleine criminaliteit. Hierbij wordt sekse meegenomen als controlevariabele. Methode: Er is in deze studie gebruik gemaakt van vragenlijsten, die zijn afgenomen bij 560 leerlingen uit eerste- en tweedeklassen van het havo en vwo. De selecte steekproef bestaat uit 263 jongens en 297 meisjes en is heterogeen. Vervolgens werden er regressieanalyses gebruikt om de hypothesen te toetsen. Resultaten: Uit de resultaten van de regressieanalyses blijkt dat algemene identiteit en ouderlijke psychologische controle een medium effect hebben op het niveau van symptomen van panische angst (R2=.15), separatieangst (R2=.14), sociale angst (R2=.14) en kleine criminaliteit (R2=.12). Echter, er blijkt na de regressieanalyse geen effect te zijn van ouderlijke psychologische controle op het niveau van symptomen van sociale angst (p=.973) en geen effect van algemene identiteit op kleine criminaliteit (p=.284).
Conclusie: De gevonden verbanden tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabelen komen overeen met eerder onderzoek, met uitzondering van het verwachte verband tussen ouderlijke psychologische controle en sociale angst en het verwachte verband tussen algemene identiteit en kleine criminaliteit. Het effect van algemene identiteit op de angstvormen was sterker dan het effect van ouderlijke psychologische controle. Het effect van algemene identiteit op de angstvormen was even sterk, al dan niet sterker dan het effect van sekse op de angstvormen. Voor toekomstig onderzoek is het interessant om bidirectionaliteit en mediatie te onderzoeken. | |
