Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Gerwen, R.
dc.contributor.authorTarenskeen, L.F.M.
dc.date.accessioned2013-12-21T06:00:49Z
dc.date.available2013-12-21T06:00:49Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/15643
dc.description.abstractDe hoofdvraag die ik in deze scriptie wil onderzoeken is of, en onder welke condities, schilderkunst vanuit wat het schilderen eigen is als kunstvorm een bijdrage kan blijven leveren aan de kunst. De schilderkunst is in de hedendaagse kunstpraktijk, waarvan ik een beschrijvende schets opgenomen heb in mijn betoog, niet erg prominent aanwezig. Om mijn antwoord op de hoofdvraag te formuleren ga ik achtereenvolgens in op de geschiedenis van het kunstbegrip, definities van kunst en de vraag of schilderkunst dood is. Het antwoord wat ik geef is een weerlegging van standpunten en argumenten van Damien Hirst en Joseph Kosuth. Daarna onderzoek ik wat het schilderen eigen is als kunstvorm, met als uitgangspunt de theorie van Richard Wollheim, en de rol van de beschouwer in de artistieke appreciatie van schilderkunst. Mijn conclusie is dat schilderen een kunstvorm is waarin wat de mens beweegt en bezighoudt op een wijze vorm kan krijgen die niet in enige andere kunstvorm mogelijk is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent744421
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleApologie van de Schilderkunst
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsEsthetica, kunst, schilderkunst.
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record