Zijn er verschillen betreft getalbegrip en werkgeheugen tussen autochtone en allochtone leerlingen van groep 2 binnen het reguliere basisonderwijs in Nederland?

Abstract

In dit onderzoek is onderzocht of er verschillen zijn betreft getalbegrip en werkgeheugen tussen autochtone en allochtone leerlingen uit groep 2 van het regulier basisonderwijs in Nederland. Om het verschil in getalbegrip te meten is binnen de variabele getalbegrip onderscheid gemaakt in de volgende componenten: non-symbolische vaardigheden, symbolische vaardigheden en mapping. Binnen de variabele werkgeheugen is er onderscheid gemaakt tussen verbaal werkgeheugen en visueel ruimtelijk werkgeheugen. Getalbegrip en werkgeheugen voorspellen latere rekenvaardigheden en later schoolsucces. Het is daarom belangrijk om eventuele achterstanden wat betreft getalbegrip en werkgeheugen op jonge leeftijd te signaleren zodat vroegtijdige interventie mogelijk is. Methode: Het onderzoek heeft plaatsgevonden bij 85 leerlingen uit groep 2 van het reguliere basisonderwijs. Per kind is het non-symbolisch getalbegrip gemeten met vergelijkingtaken. Daarnaast is het symbolisch getalbegrip gemeten met versie A van de Utrechtse Getalbegrip Toets-Revised. Mapping vaardigheden zijn gemeten met de Number-to-position taak. Tot slot is het werkgeheugen gemeten met de taken Digit Recall Backwards en Odd one Out. Resultaten: Uit de resultaten blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen de groepen wat betreft symbolische vaardigheden, mapping en werkgeheugen. Alleen bij non-symbolische vaardigheden is er een significant verschil gevonden. De allochtone leerlingen scoorden significant lager op non-symbolische vaardigheden. Conclusie en discussie: Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat er geen verschillen zijn tussen autochtone en allochtone leerlingen betreft getalbegrip en werkgeheugen. Er zijn geen significante verschillen tussen de groepen betreft symbolische vaardigheden, mapping, verbaal werkgeheugen en visueel ruimtelijk werkgeheugen. Er is echter wel een significant verschil gevonden tussen de groepen bij non-symbolische vaardigheden. Taalbegrip, stimulering van ouders en de moeilijkheid van de getallen in de afgenomen taken kunnen de resultaten hebben beïnvloed.