Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorNortier, Jacomine
dc.contributor.authorGoeman, J.
dc.date.accessioned2013-10-25T17:01:04Z
dc.date.available2013-10-25
dc.date.available2013-10-25T17:01:04Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/15235
dc.description.abstractAan diverse attitudeonderzoeken met betrekking tot taal is te zien dat mensen de voorkeur geven aan datgene waar zij het dichtst bij staan.Ook in de maatschappij zijn verschillende houdingen ten opzichte van meertaligheid waarneembaar. Om deze reden wordt in dit onderzoek de houding van zowel eentaligen, als meertaligen ten opzichte van het fenomeen meertaigheid onderzocht. op basis van de literatuur is de hypothese opgesteld dat eentaligen negatiever ten opzichte van meertaligheid zullen staan dan meertaligen. De hoofdvraag die dit onderzoek beoogt te beantwoorden is dus: ”Hebben eentaligen en meertaligen verschillende meningen over het belang van meertaligheid?”. Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag is een vragelijst (anoniem) afgenomen. De classificatie van meertaligen en eentaligen is gedaan op basis van zelfclassificatie van de respondenten. Er deden 25 meertaligen en 25 eentaligen mee aan dit onderzoek. De vragenlijst diende om een globaal beeld van de respondenten te schetsen en hun meningen te peilen. Daarom bestond deze vragenlijst uit drie onderdelen. Er werd allereerste een profiel van de respondenten geschetst, vervolgens konden zij aangeven in hoeverre zij met een aantal stelling eens of oneens waren en tenslotte werden er persoonlijke vragen gesteld, zoals leeftijd. Op het tweede onderdeel werden de stellingen in drie categorieën verdeeld, zodat ook de houding ten opzichte van drie onderdelen binnen meertaligheid konden worden gemeten. Deze categorieën waren: meertalig Nederland, meertalige opvoeding en educatie en het belang van meertaligheid. Na het verkrijgen van de gegevens van de vragenlijst, werden deze zowel kwalitatief als kwantitatief, met behulp van SPSS, geanalyseerd. Uit de resultaten is gebleken dat zowel de eentalige, als de meertalige respondenten een positieve kijk hadden op meertaligheid. De houding van eentaligen werd gezien als neutraal tot positief en de houding van meertaligen als positief tot zeer positief. Hoewel beide groepen dus geen negatieve houding hadden ten opzichte van meertaligheid hadden, werd er wel een significant verschil geconstateerd tussen deze groepen. Als er naar de categorieën worden gekeken die werden gesteld, staan meertaligen positiever ten opzichte van eentaligen als het gaat om meertalige opvoeding en educatie en het belang van meertaligheid. Bij meertalig Nederland staan meertaligen in 50% van de gevallen positiever hierover ten opzichte van eentaligen. Uit dit onderzoek is dus gebleken dat eentaligen negatiever staan ten opzichte van meertaligheid dan eentaligen. Hiermee wordt dus de hypothese die in dit onderzoek is gesteld, bevestigd.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent372224 bytes
dc.format.mimetypeapplication/octet-stream
dc.language.isonl
dc.titleEentaligen en meertaligen over meertaligheid.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.courseuuTaal- en cultuurstudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record