Puberteit, homoseksualiteit en christelijke identiteit. Een casestudy naar de ervaringen over en wensen voor een veilig schoolklimaat voor homoseksuelen binnen een christelijke school.

Abstract

In deze casestudy is aan de hand van zestien interviews en vier klassengesprekken op een ‘open’ christelijke school getracht antwoord te geven op de vraag wat de wensen en ervaringen van verschillende lagen binnen een christelijke school zijn wat betreft een veilig schoolklimaat voor homoseksuelen. Het schoolklimaat wordt als redelijk veilig getypeerd, deze bevinding moet wel gezien worden binnen een heteroseksistisch kader waar negatieve ervaringen gezien worden als erbij horend. Er wordt een verschil opgemerkt tussen de houding die jongens en meisjes hebben ten aanzien van homoseksuelen, de houding van jongens wordt als negatiever beschreven. Zogenaamd ‘vrouwelijk’ gedrag bij jongens wordt door zowel heteroseksuele als homoseksuele jongens afgekeurd. De religieuze diversiteit binnen school wordt gezien als bijdragend aan een veilig schoolklimaat. Doordat er sprake is van een ‘open’ christelijke school is er geen sprake vaststaande norm, iedereen is namelijk welkom en het individu wordt centraal gezet. De toegevoegde waarde van de christelijke identiteit kan hierdoor onder druk komen te staan. Voorzichtigheid is een sleutelwoord in zowel het aanpakken van problemen rondom homoseksualiteit als in het geven van een mening over homoseksualiteit. In de aanpak van problemen moet er geschipperd worden tussen het geven van specifieke aandacht en het normaliseren. Respect en openheid worden gezien als belangrijkste voorwaarden voor een veilig schoolklimaat voor homoseksuelen.