| dc.description.abstract | In dit onderzoek wordt de onzekerheidstheorie van Norris en Inglehart (2004) onderzocht. Ditmaal als mechanisme, waarbij de hoofdvraag luidt: In welke mate leiden economische omstandigheden, existentiële gebeurtenissen en de mate van maatschappelijke oriëntatie op microniveau tot een toename van onzekerheid, en deze toename van onzekerheid voor een toename van religiositeit? De maatschappelijke oriëntatie is als nieuwe dimensie toegevoegd aan de onzekerheidstheorie. De hoofdvraag is opgedeeld in drie basishypothesen met elk drie deelhypothesen, en een mediatie hypothese. Om resultaten te verkrijgen is er gebruik gemaakt van regressieanalyse en mediatie analyse. Uit de analyse blijkt dat er geen mediatie bestaat tussen omstandigheden, gebeurtenissen en oriëntatie op religiositeit door onzekerheid. Alle deelhypothesen, met uitzondering van een, worden bevestigd, de vierde basishypothese betreffende de mediatie wordt niet bevestigd. Uiteindelijk is er vervolgonderzoek nodig, om zowel de nieuwe dimensie, maatschappelijke oriëntatie, verder uit te diepen, als mogelijke tekortkomingen van het huidige onderzoek zoveel mogelijk weg te nemen. Tevens zou er een meer heldere definitie van onzekerheid moeten komen, met daarin ook de opdeling van onzekerheid in ‘zingevingsvragen’ en ‘controle over het leven’, en zouden deze vormen van onzekerheid verder onderzocht moeten worden als mechanisme in de onzekerheidstheorie. | |
