Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHoogenboom, Marcel
dc.contributor.advisorBos, Jaap
dc.contributor.authorPloeg, P.R. van der
dc.date.accessioned2013-09-04T17:03:17Z
dc.date.available2013-09-04
dc.date.available2013-09-04T17:03:17Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/14469
dc.description.abstractDeze scriptie is geschreven in opdracht van Movisie in het kader van afstuderen aan de masteropleiding Arbeid, zorg en welzijn; beleid en interventie aan de Universiteit Utrecht. Het onderwerp van de scriptie is de rol van welzijnsprofessionals met betrekking tot ongewenst particulier initiatief. Overheden en welzijnsinstellingen stimuleren, ondersteunen en begeleiden actieve burgers die een steentje bij willen dragen aan bijvoorbeeld de verbetering van leefbaarheid en sociale samenhang in hun omgeving. Echter niet elk initiatief is gewenst. Dit kan zijn omdat de overheid de middelen die een burger gebruikt niet wenselijk vindt, of omdat burgers andere doelen hebben dan de overheid. Welzijnsprofessionals staan in zulke situaties vaak tussen de overheid en de burger in en worden geacht een brug te slaan tussen de leefwereld van de burger en de systeemwereld van de overheid. Aangezien burgerinitiatieven gezien worden als een van de hoekstenen van de participatiestaat is het relevant om de rol van professionals en de aard van hun professionaliteit te onderzoeken (Tonkens, 2008). Om de rol van welzijnsprofessionals met betrekking tot ongewenste initiatieven te onderzoeken is aan de hand van verschillende theorieën een verdeling gemaakt van zes verschillende categorieën tegendraadse burgers onderscheiden, die allen met hun initiatieven ingaan tegen de doelen en/of middelen die de overheid voor ogen heeft. Voor elke categorie is een casus bedacht die in een kwalitatief onderzoek aan welzijnsprofessionals uit verschillende buurten en wijken in Nederland zijn voorgelegd. Dit kwalitatief onderzoek bestaat uit semigestructureerde interviews waarmee in beeld gebracht is welke rol de professional kiest in de voorgelegde casussen en waarom hij of zij voor deze rol kiest. De analyse van het kwalitatieve onderzoek is gebaseerd op de vier strategieën die als meest gebruikt naar voren kwamen in een onderzoek van Schoot (2009) naar botsende situaties tussen zorgprofessionals en cliënten. Uit de analyse blijkt dat deze strategieën overeenkomen met de strategieën die welzijnsprofessionals gebruiken. Uit de analyse blijkt tevens dat welzijnsprofessionals divers reageren op de casussen en niet elke professional dezelfde strategie voorstaat. Een ander resultaat is dat de professionaliteit voornamelijk gebaseerd is op normatief handelen, hetgeen de professie een subjectief karakter geeft. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat tegendraadse burgers in verschillende situaties grotendeels afhankelijk zijn van de normativiteit van de welzijnsprofessional.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1215558 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe paradox van de participatiestaat
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsParticipatiestaat
dc.subject.keywordsburgerinitiatief
dc.subject.keywordswelzijnsprofessionals
dc.subject.courseuuArbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record