The risk for hyperoxia after extra oxygen therapy for apnea, bradycardia, cyanosis in preterm infants

Abstract

DUTCH SUMMARY Titel: Het risico op hyperoxie na extra zuurstof therapie voor apneus bij te vroeg geboren kinderen Inleiding: Premature kinderen met apneus, gecombineerd met bradycardie en cyanose (ABC), krijgen vaak extra zuurstof. De gevolgen op lange termijn van frequente ABC's worden vaak toegeschreven aan bradycardie en hypoxie. Het is bekend dat extra zuurstoftherapie het risico op hyperoxie verhoogt. Het optreden en de duur van hyperoxia nadat ABC's is onbekend. Doel: Het optreden en de duur van de hyperoxie onderzoeken nadat extra zuurstof voor ABC's is gegeven en hoe/of dit gerelateerd is aan de duur van bradycardie en of cyanose. Onderzoeksvragen: Wat is het optreden en de duur van hyperoxie bij premature kinderen behandeld met extra zuurstof, gegeven na een ABC en hoe lang duurt hyperoxie in vergelijking met de duur van bradycardie en cyanose en hoe zijn deze gecorreleerd? Methode: Een retrospectief onderzoek in de neonatale intensive care unit van het Leids Universitair Medisch Centrum werd uitgevoerd. In een jaar tijd werden alle ABC’s van kinderen <32 weken zwangerschap, ondersteund met nasale Continuous Positive Airway Pressure (nCPAP), geïdentificeerd. In ABC's waar zuurstoftoevoer werd verhoogd, werden bradycardie (<80bpm), cyanose (<80%) en hyperoxie (> 95%) en hun correlatie onderzocht. Resultaten: In 56/193 opgenomen kinderen, hebben zich 257 ABC’s voorgedaan waar zuurstoftoevoer werd verhoogd. Hyperoxie na ABC's werd gemeten in 79% (202/257). De duur van hyperoxie was langer dan bradycardie en cyanose (13 (4-30) vs 1 (1-1) vs 2 (1-2) minuten, p <0,001). Er was geen correlatie tussen de duur van cyanose-hyperoxie en bradycardie-hyperoxie. Hyperoxie na ABC's duurde langer wanneer kinderen omgevingslucht kregen dan wanneer zij al extra zuurstof ontvingen vóór ABC. (15 (5-38) min vs 6 (3-24) min; p <0,01). Conclusie: Bij premature kinderen aan nCPAP, treedt frequent hyperoxie op nadat zuurstoftoevoer is verhoogd na ABC's. Hyperoxie duurt langer dan bradycardie en cyanose tijdens ABC. Aanbevelingen: NICU verpleegkundigen moeten waakzamer zijn in het titreren van zuurstof na de ABC's. ABSTRACT Title: The risk for hyperoxia after extra oxygen therapy for apnea in preterm infants Introduction: Preterm infants with apnea’s combined with bradycardia and cyanosis (ABC), often receive extra oxygen. The long-term consequences of frequent ABC’s are often attributed to bradycardia and hypoxia. It is known that extra oxygen therapy increases the risk for hyperoxia. The occurrence and duration of hyperoxia after ABC’s is unknown. Aim: To investigate occurrence and duration of hyperoxia after extra oxygen for ABC’s and how this is related to the duration of bradycardia and/or cyanosis. Research questions: What is the occurrence and duration of hyperoxia in preterm infants treated with extra oxygen given after an ABC and how long last hyperoxia when compared to the duration of bradycardia and cyanosis and how are these correlated? Methods: A retrospective study in the neonatal intensive care unit of Leiden University Medical Center was performed. In a years’ period all ABC’s of infants < 32 weeks gestation supported with nasal Continuous Positive Airway Pressure (nCPAP) were identified. In ABC’s where oxygen was increased, moments of bradycardia (< 80bpm), cyanosis (< 80%) and hyperoxia (> 95%) and their correlation were investigated. Results: In 56/193 admitted infants, 257 ABC’s occurred where oxygen supply was increased. Hyperoxia occurred in 79% (202/ 257) after ABC’s. The duration of hyperoxia was longer than bradycardia and cyanosis (13 (4–30) vs 1 (1-1) vs 2 (1-2) minutes; p< 0.001). There was no correlation between duration of cyanosis-hyperoxia and bradycardia-hyperoxia. Hyperoxia lasted longer after ABC’s when infants received ambient air than when extra oxygen was given before ABC occurred. (15 (5–38) min vs 6 (3–24) min; p< 0.01). Conclusion: In preterm infants supported with nCPAP, hyperoxia after extra oxygen supply for ABC’s was frequent and lasted longer than bradycardia and cyanosis during ABC. Recommendations: NICU caregivers should be more vigilant in titrating extra oxygen after ABC’s.