Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTribusinina, E
dc.contributor.authorVellinga, R.S.
dc.date.accessioned2013-07-29T17:01:56Z
dc.date.available2013-07-29
dc.date.available2013-07-29T17:01:56Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/13537
dc.description.abstractIn de linguïstiek wordt op het gebied van de taalverwerving en taalontwikkeling in toenemende mate research gedaan naar bilingualisme. De resultaten van deze onderzoeken wijzen in de richting dat er tussen monolinguale en bilinguale taalverwerving geen grote verschillen zijn. Kinderen doorlopen dezelfde stadia en bij voldoende taalinput kan in beide talen een native speaker niveau worden bereikt. De meeste onderzoeken op het gebied van de bilinguale taalontwikkeling gaan over problemen en crosslinguïstische beïnvloeding in de morfosyntactische taalverwerving. Daarbij vormt het vaststellen van factoren die bepalend zijn voor crosslinguïstische invloed en de richting waarin beïnvloeding plaatsvindt een belangrijk onderzoeksthema. Er is nog heel weinig onderzoek gedaan op het gebied van relationele coherentie bij tweetalige kinderen, dat wil zeggen de manier waarop kinderen in staat zijn een samenhangende discourse tot stand te brengen. Deze studie probeert een bijdrage te leveren aan het opvullen van deze leemte en onderzoekt crosslinguïstische invloeden bij relationele coherentie. Het onderzoek speelt zich af op het bijzondere raakvlak van referentiële en relationele coherentie bij tweetalige kinderen. In het onderzoek wordt de gebruiksfrequentie van connectieven door Russisch- Nederlandse eentalige en simultaan tweetalige kinderen vergeleken. Daarbij worden twee centrale vragen gesteld. De eerste vraag luidt of er tussen een- en tweetalige kinderen verschillen in het gebruik van additieve connectieven zijn. Dit zijn verbindingswoorden die door jonge kinderen veelvuldig worden gebruikt om coherentie in een verhaal aan te brengen. De tweede vraag betreft de verschillen in het gebruik van sequentiële en overige connectieven. Beide vragen kunnen positief beantwoord worden. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn dat er in het Nederlands bij het gebruik van connectieven nauwelijks verschillen geconstateerd kunnen worden tussen de tweetalige en eentalige kinderen en dat crosslinguïstische effecten voornamelijk zichtbaar worden bij het gebruik van connectieven in de Russische taal. De oorzaken daarvan zijn zowel extern als intern en kunnen worden gevonden in de mate van input in de betreffende taal en de overlappende semantische concepten van de onderzochte connectieven.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent928946 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleCrosslinguïstische invloed en relationele coherentie. Een onderzoek naar de gebruiksfrequentie van connectieven bij een- en tweetalige kinderen
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsbilingualisme, crosslinguïstische invloed, discursieve coherentie, relationele coherentie, bilinguale taalverwerving,
dc.subject.courseuuTaal- en cultuurstudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record