Godsvrede: feit of fictie? Een discussie en verantwoording van historiografische terminologie omtrent de godsvrede in Frankrijk in de tiende en elfde eeuw.

Abstract

In een poging de godsvredebeweging in Europa nader te verklaren zal er antwoord worden gegeven op een aantal vragen. Allereerst wordt er gekeken naar de historiografische ontwikkeling van het begrip godsvredebeweging. Hoewel het begrip wijd verbreid is en vaak wordt toegepast binnen de geschiedschrijving is er zeker veel discussie geweest over de vraag hoe bruikbaar het begrip is. Om tot een antwoord op deze historiografische vraag te komen wordt er gebruik gemaakt van enkele historiografische overzichtsartikelen. Vervolgens, en aansluitend op de vorige vraag, wordt gekeken naar de ontwikkeling van de godsvredebeweging. Om wat specifieker te kunnen kijken naar besluiten die werden genomen tijdens de concilies zullen we vervolgens enkele concilies de revue laten passeren. Van de concilies van Charroux (989), Poiters (1000/14) en Elne-Toulouges (1027) zijn Engelse vertalingen beschikbaar. Aan de hand van deze verslagen wordt een vergelijking gemaakt met de capitularia die door Karel de Grote in 802 zijn uitgevaardigd. De vergelijking zal zich vooral richten op de onderwerpen die besproken werden en de termen die daarbij gebruikt worden. In datzelfde hoofdstuk wordt er gekeken naar meer beschrijvende bronnen uit deze tijd. Wordt er in deze bronnen gesproken over een beweging? In hoeverre komen deze bronnen overeen met wat historici hebben geschreven over de godsvredebeweging? Aan de hand van dergelijke vragen zal duidelijk worden of eigentijdse schrijvers ook een beweging zagen.