| dc.description.abstract | Dit onderzoek richt zich op de vraag in welke mate sociale verbondenheid, opgesplitst in verbondenheid met de eigen gemeenschap en verbondenheid met Nederland, en opleiding het lage stemopkomst van etnische minderheden kan verklaren. Er is veel onderzoek gedaan naar stemgedrag van etnische minderheden. Bestaande theorieën zijn gebaseerd op studies uit voornamelijk de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dit is problematisch omdat deze landen op demografisch gebied, politieke stelsels en opleidingssystemen zeer verschillen. Het doel van het onderzoek is om vast te kunnen stellen of de bestaande theorieën die gebaseerd zijn op studies in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ook opgaan voor Nederland. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de European Social Survey dataset afgenomen in 2018. Een logistische regressieanalyse en mediatie-analyse laten zien dat opleiding een verwacht positief effect heeft op stemopkomst. Hoe hoger iemand die hoort tot een etnische minderheid is opgeleid, hoe groter de kans is dat hij of zij gaat stemmen. De mate van verbondenheid met de eigen gemeenschap heeft een positief effect op stemopkomst. Hoe meer iemand die hoort tot een etnische minderheid zich verbonden voelt met de eigen gemeenschap, hoe groter de kans dat hij of zij gaat stemmen. In tegenstelling tot de verwachting heeft de lage mate van verbondenheid met Nederland geen significant effect op de stemopkomst van etnische minderheden. De belangrijkste bevinding is dat opleiding het negatieve effect van stemopkomst volledig medieert. | |
