Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorHaan, I. de
dc.contributor.authorJanse, A.
dc.date.accessioned2013-06-18T17:00:48Z
dc.date.available2013-06-18
dc.date.available2013-06-18T17:00:48Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/13076
dc.description.abstractHet onderzoek richt zich op factoren voor de omvorming van het Pruisische lager onderwijs naar een staatsinstitutie. De onderzoeksperiode ligt tussen het General Landschulreglement van Frederik de Grote in 1763 en het Unterrichtsgesetzentwurf van minister Von Süvern in 1819. Het tweede hoofdstuk behandelt de ontwikkeling van de Pruisische schoolpolitiek tot 1819 in twee etappes. Na de algemene situatie van lager onderwijs in de achttiende eeuw komt de Pruisische schoolpolitiek voorafgaand aan het General Landschulreglement aan bod, gevolgd door de onderwijsplannen en regelgeving tot 1819. Hoofdstuk twee sluit af met een conclusie over de mate waarin de Pruisische schoolpolitiek rond 1800 institutionalisering van het lager onderwijs heeft opgeleverd. Het derde hoofdstuk belicht eerst factoren vanaf de zestiende eeuw tot 1763 die toenemende overheidsaandacht voor het lager onderwijs kunnen verklaren vanuit de omstandigheden waarin de Pruisische schoolpolitiek vorm kreeg. Vervolgens komen factoren vanaf 1763 aan bod als mogelijke oorzaken van institutionalisering van het lager onderwijs. Aan het eind van het derde hoofdstuk worden de factoren besproken die grenzen stelden aan de overheidsinvloed op het onderwijs rond 1800. Het laatste hoofdstuk trekt in drie opzichten een conclusie. Ten eerste is het de vraag of er een omslagpunt valt aan te wijzen waarop het lager onderwijs in Pruisen een duidelijke taak voor de centrale overheid werd. De opvallend vroege ontwikkeling van schoolpolitiek blijkt een belangrijke factor voor de uiteindelijke institutionalisering van het lager onderwijs te zijn. Er is geen sprake van een echt omslagpunt, maar de regeerperiode van Frederik de Grote zou aangemerkt kunnen worden als het moment waarop een omslag zichtbaar werd. Vervolgens is het de vraag of er daadwerkelijk sprake was van toenemende staatsinvloed op het lager onderwijs in Pruisen rond 1800. Het aandeel van de landelijke overheid binnen het gehele onderwijsveld was verhoudingsgewijs gering, toch bleek zij wel een steeds belangrijker wordende motor achter oprichting van scholen en inrichting van het onderwijs. Die invloed werd versterkt doordat de overheid bestaande ontwikkelingen en actieve personen stimuleerde en voor een deel inlijfde in staatsinstituties. Ten slotte beantwoordt het onderzoek de vraag of het Pruisische onderwijs een staatsinstitutie is geworden en zo ja of dit vóór 1819 valt te constateren. De staat had onvoldoende zeggenschap over het gehele onderwijsaanbod en ook geen echte greep op de inrichting van en het toezicht op lager onderwijs in het rijk. Binnen het overheidsapparaat zelf kreeg het onderwijs wel een vaste plek. De ambitieuze claim van de overheid in het Allgemeinen Landrecht van 1794 op schoolstichting en toezicht kreeg vanaf 1809 steeds meer handen en voeten waardoor je kunt stellen dat er een staatsinstitutie voor onderwijs was ontstaan.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent313856 bytes
dc.format.mimetypeapplication/msword
dc.language.isonl
dc.titleVragen bij de Pruisische onderwijsgeschiedenis; Ontwikkeling van het lager onderwijs en schoolpolitiek in Pruisen in de achttiende en het begin van de negentiende eeuw.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsOnderwijsgeschiedenis, schoolpolitiek, Pruisen
dc.subject.courseuuPolitiek en maatschappij in historisch perspectief


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record