Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDignum, Dr. K.
dc.contributor.authorHarskamp, J. van
dc.date.accessioned2013-06-12T17:01:11Z
dc.date.available2013-06-12
dc.date.available2013-06-12T17:01:11Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/13072
dc.description.abstractDe gemeente Amsterdam heeft in 2009 de eerste short stay vergunningen uitgegeven. Op deze manier moet het voor buitenlandse werknemers makkelijker worden een tijdelijke woonruimte in de stad te vinden. De komst van deze wisselende huurders heeft een mogelijk effect op de leefbaarheid van de verschillende Amsterdamse buurten. Dit mogelijke effect is echter nog niet onderzocht. In dit onderzoek staat daarom de volgende vraag centraal: “In hoeverre heeft de invoering van het short stay beleid in 2009 invloed op de leefbaarheid van een Amsterdamse buurt?” De gedachte achter de invoering van het short stay beleid in is het programma ‘Amsterdam Topstad’ uit 2006. Verschillende initiatieven komen in dit programma aan bod waardoor Amsterdam als internationale stad aantrekkelijk blijft en aantrekkelijker wordt. Naast initiatieven worden obstakels zoals de krappe woningmarkt genoemd. Het short stay beleid dient als een oplossing om de problemen van de krappe woningmarkt voor buitenlandse werknemers die tijdelijk in Amsterdam willen wonen, te verminderen. Er bestaat nog geen wetenschappelijke literatuur over het effect van het short stay beleid op de leefbaarheid in een buurt. Om deze reden is in het onderzoek verder ingegaan op het begrip leefbaarheid. Het begrip komt vaak terug in verschillende onderzoeken ten aanzien van buurten en steden maar een eenduidige omschrijving bestaat niet. Leefbaarheid wordt ook wel gezien als een containerbegrip. In dit onderzoek zijn drie dimensies van leefbaarheid onderscheiden; sociale cohesie, het gevoel van veiligheid en de fysieke leefomgeving. Sociale cohesie, een ander containerbegrip, kan onderverdeeld worden in drie componenten; de gedragscomponent, de normen- en waardencomponent en de belevingscomponent. Voor alle dimensies en componenten in het onderzoek is vervolgens nagegaan welk mogelijk effect geconstateerd kan worden nadat wisselende huurders in de buurt zijn komen wonen. Op alle dimensies wordt een negatief effect van wisselende huurders op de leefbaarheid in de buurt verondersteld. Voor de sociale cohesie wordt voornamelijk op de mate en intensiteit van het contact tussen buurtgenoten (gedragscomponent) een negatief effect verwacht. Om bovenstaande verbanden te onderzoeken is gebruik gemaakt van een experimentele- en controlegroep in de buurten Jordaan en Haarlemmerbuurt. Aan de hand van adressen met een short stay vergunning is een experimentele groep opgemaakt van adressen in de buurt van een woning met short stay vergunning. Adressen die zich juist niet in de buurt van een woning met short stay vergunning (of een hotel) bevinden behoren tot de controlegroep. Nadat de enquête is verspreid over beide groepen zijn in totaal 108 enquêtes retour gekomen en geanalyseerd. Uit de eerste analyses kwam naar voren dat de bewoners tevreden zijn met de buurt waarin zij wonen. In vergelijking met andere leefbaarheidsonderzoeken van de gemeente Amsterdam, komt het cijfer dat bewoners aan de buurt (8,2) geven, overeen. Wat betreft de leefbaarheid komt uit de analyses naar voren dat de bewoners tevreden zijn met hun buurt. Op alle dimensies van leefbaarheid wordt hoog gescoord en ook uit de interviews die zijn afgenomen komt het algemene beeld naar voren dat bewoners zeer tevreden zijn over de leefbaarheid. De invloed van persoons- en huishoudenseigenschappen op de sociale cohesie in een buurt is in dit onderzoek beperkt gebleken. Veronderstelde verbanden tussen bijvoorbeeld het geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, nationaliteit, inkomen en sociale cohesie zijn niet gevonden. Andere eigenschappen zoals het wel of niet eigenaar zijn van een woning, het hebben van een baan of het hebben van kinderen blijken wel samen te hangen met een aantal componenten van sociale cohesie in de buurt. Deze verbanden zijn stuk voor stuk zwak van aard. Door twee aangrenzende buurten in hetzelfde stadsdeel te onderzoeken is de invloed van buiten de buurt beperkt gehouden. Op deze manier is de invloed van een lager schaalniveau (persoons- en huishoudenseigenschappen) en een hoger schaalniveau (invloed van buiten de buurt) minimaal en is vervolgens dieper ingegaan op het mogelijke verschil in leefbaarheid tussen de experimentele- en controlegroep. In hoofdstuk 6 zijn de twee gevormde groepen met elkaar vergeleken. Op basis van een aantal stellingen per component en dimensie is gevraagd naar de mening van de bewoners. Bij de analyse van sociale cohesie is alleen een significant verschil gevonden tussen de verdeling van beide groepen van het gedragscomponent. Bewoners uit de experimentele groep scoren lager op dit component. Op de meest oppervlakkige en directe component van de leefomgevingskwaliteit, namelijk de mate en intensiteit van contact, heeft de komst van short stayers een negatieve invloed. Dit blijkt ook uit een aantal van de gesprekken die gevoerd zijn met de bewoners. Huizen met een short stay vergunning worden gezien als een hotel en de komst van short stayers maakt de buurt ook anoniemer. Daarnaast geven een aantal bewoners aan dat de komst van short stayers in de buurt geen invloed heeft op de contacten in de buurt. Echter, dit zou kunnen veranderen als het aantal short stayers in de buurt groter wordt. Op de overige dimensies van de leefomgevingskwaliteit is geen verschil gevonden tussen beide groepen. Een aantal bewoners geeft in het interview aan last te ondervinden van short stayers hoewel dit niet terug is te vinden in de eerste kwantitatieve analyses. Alleen bij de stellingen waarbij direct wordt gevraagd naar de invloed van wisselende huurders, wordt op twee van de negen items een significant verschil gevonden tussen de experimentele en de controlegroep. Het gaat hierbij om verschillende vormen van overlast (exclusief geluidsoverlast) en de mate waarin de straat schoon is. Bewoners uit de experimentele groep ondervinden meer overlast en vinden dat de straat minder schoon is dan bewoners uit de controlegroep. Uit enkele gesprekken komt deze negatieve invloed van short stayers op de leefomgevingskwaliteit ook naar voren hoewel niet alle bewoners dit merken. Sommige bewoners geven aan dat dit wel kan veranderen als het aantal short stayers in de buurt groter wordt. Verwacht wordt dat in dat geval de negatieve invloed van short stayers op de leefomgevingskwaliteit groter wordt.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1896929 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleShort Stay in de Stad; een verkennend onderzoek naar de invloed van short stay appartementen op de leefbaarheid in twee Amsterdamse buurten
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsShort Stay, leefbaarheid, Amsterdam, Jordaan, Haarlemmerbuurt, sociale cohesie, veiligheid, fysieke leefomgeving, gedragscomponent, normen- en waardencomponent, belevingscomponent, wisselende huurders
dc.subject.courseuuStadsgeografie (Urban Geography)


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record