dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Becking, Dr. B. E. J. H. | |
dc.contributor.author | Heuvel, B. van den | |
dc.date.accessioned | 2013-03-15T18:00:47Z | |
dc.date.available | 2013-03-15 | |
dc.date.available | 2013-03-15T18:00:47Z | |
dc.date.issued | 2013 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12760 | |
dc.description.abstract | In deze bachelorscriptie wordt het karakter en het functioneren van 'zonde' in de eerste hoofdstukken van het Bijbelboek Genesis besproken. Centraal staan hierbij de twee benaderingswijzen van Gerhard von Rad en Claus Westermann die resp. een toename van zonde en een mozaïek van zonden beschrijven. Tevens wordt aandacht besteed aan meer recente exegeten en wordt gezocht naar een bruikbare definitie van zonde bij het lezen van deze hoofdstukken. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 183480 bytes | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | 'Zonde' aan het begin van Genesis | |
dc.type.content | Bachelor Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Genesis, zonde, Gerhard von Rad, Claus Westermann, oergeschiedenis, zondeval, zondvloed, broedermoord, torenbouw, toename, mozaïek | |
dc.subject.courseuu | Religiewetenschap & Theologie | |