Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorEvers-Vermeul, Jacqueline
dc.contributor.authorKuijpers, B.H.M.M.
dc.date.accessioned2013-03-04T18:00:54Z
dc.date.available2013-03-04
dc.date.available2013-03-04T18:00:54Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12708
dc.description.abstractIn deze masterscriptie staat het informatieverwerkingsproces van medewerkers van de sociale werkplaats en leerlingen uit groep 8 tijdens het werken met een e-learningprogramma centraal. Om dit proces helder in kaart te brengen zijn er twee soorten onderzoek gedaan. Het eerste soort onderzoek betreft een kwalitatief onderzoek dat bestaat uit een scenario-onderzoek, een heuristiekenonderzoek en een functionele analyse. Het tweede deel van de scriptie bestaat uit een kwantitatief onderzoek in de vorm van een oogbewegingsregistratie-onderzoek. Dit kwantitatieve onderzoek is afgenomen onder zestien medewerkers van de sociale werkplaats (SW’ers) en twintig leerlingen uit groep 8. De belangrijkste bevindingen uit het kwalitatieve onderzoek zijn dat de woordmoeilijkheid in sommige gevallen te hoog is. Ook wordt er op sommige pagina’s teveel informatie aangeboden, waardoor het werkgeheugen van de gebruiker overbelast wordt. Een andere bevinding is dat er beter moet worden ingespeeld op de kenmerken van de doelgroep, aangezien sommige SW’ers last hebben van faalangst. Hiernaast komt naar voren dat er meer gebruik zou kunnen worden gemaakt van dynamische animaties, omdat het huidige e-learningprogramma soms een te statisch geheel is. De belangrijkste bevindingen uit het kwantitatieve onderzoek zijn dat de leerlingen vaker een on-screen tekst lezen dan de SW'ers. Ook blijkt uit het onderzoek dat SW’ers meer last hebben van het split-attentioneffect. Voor de leerlingen uit groep 8 geldt dat zij profijt hebben van het aanbieden van zowel geschreven als gesproken tekst, omdat zij beter kunnen schakelen. Wat de houding betreft blijkt dat beide groepen het luisteren verkiezen boven het lezen. Dit komt overeen met resultaten uit eerder onderzoek van Mayer et al. (2010) waarin wordt beschreven dat proefpersonen vaak het alternatief kiezen dat de minste cognitieve energie kost en het meest effectief is. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt verder dat bij beide groepen proefpersonen de concentratie lager is bij het bekijken van statische elementen en dat de concentratie hoger is bij het bekijken van dynamische elementen. Dit strookt met de bevindingen uit de kwalitatieve analyse. Er kan geconcludeerd worden dat leerlingen uit groep 8 in vergelijking met SW’ers beter in staat zijn om informatie die wordt aangeboden te Selecteren, te Organiseren en te Integreren met de algemene kennis (Mayer, 2002). Dit betekent voor de theorie dat er is aangetoond dat het informatieverwerkingsproces van SW'ers en leerlingen uit groep 8 op een aantal punten van elkaar verschillen en dat er met behulp van deze resultaten een vervolgonderzoek kan worden uitgevoerd naar het begrip. Voor de praktijk geldt dat informatie het beste op een dynamische manier aangeboden kan worden, omdat deze vorm van informatie aanbieden bij beide groepen proefpersonen de meeste aandacht trekt.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent12280832 bytes
dc.format.mimetypeapplication/msword
dc.language.isonl
dc.titleDe wondere wereld van het elektronische leren. Verschil in informatieverwerking tussen medewerkers van de sociale werkplaats en leerlingen uit groep 8 tijdens het werken met een e-learningprogramma
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordse-learning, sociale werkplaats, informatieverwerkingsproces, oogbewegingsregistratie-onderzoek, scenario-onderzoek, heuristiekenonderzoek, functionele analyse
dc.subject.courseuuCommunicatiestudies


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record