Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorMerz, Prof.dr. A.B.
dc.contributor.advisorOttenheijm, Dr. H.L.M.
dc.contributor.authorMuis, M.A.
dc.date.accessioned2013-01-09T18:02:35Z
dc.date.available2013-01-09
dc.date.available2013-01-09T18:02:35Z
dc.date.issued2013
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12409
dc.description.abstractPROBLEEMSTELLING EN ONDERZOEKSVRAAG Deze scriptie bestudeert de parabel in Lukas 19:11-27, die wel bekend staat als 'de gelijkenis van de ponden'. De parallel hiervan in Mattheüs 25:14-30 wordt 'de gelijkenis van de talenten' genoemd. De parabels vertonen grote overeenkomsten. Beide zouden terug te leiden zijn op één les van Jezus, die waarschijnlijk al vóór Mattheüs en Lukas in een schriftelijke bron was opgenomen. Maar er zijn ook verschillen. Aan de gelijkenis van geld dat aan knechten in beheer gegeven wordt, is in de versie van Lukas een zogenoemd 'troonsbestijger-motief' toegevoegd. Maar waar komt dit troonsbestijger-motief in Lukas 19 vandaan? Bestond dit motief al in een andere gelijkenis en heeft Lukas (of een redactor vóór hem) deze twee parabels samengevoegd? Of bevat Lukas 19 maar één parabel en heeft Lukas het motief van de troonpretendent zelf bedacht en toegevoegd aan de gelijkenis? Maar waarom werd dit motief dan toegevoegd? De parabel en het motief lijken immers weinig met elkaar te maken te hebben. Veel geleerden wijzen op de overeenkomsten tussen het motief van de troonsbestijging en de geschiedenis van Archelaüs. Herodes Archelaüs ging na de dood van zijn vader Herodes de Grote in 4 v.Chr. naar Rome om tot client king gekroond te worden, net als zijn vader had gedaan. Echter, een groep joden volgde hem en smeekte keizer Augustus hem niet als koning over hen aan te stellen. Augustus besloot Archelaüs toch tot heerser over Judea aan te stellen, al was het niet als koning maar als etnarch. De overeenkomsten tussen dit verhaal en de parabel zijn volgens velen te groot zijn om ze te kunnen negeren. Maar waarom zou een christelijke redactor (Lukas of eventueel een van zijn voorgangers) de Messias vergelijken met een gewelddadige joodse heerser? En is het wel waarschijnlijk dat de schrijver – die waarschijnlijk schreef tegen het einde van de eerste eeuw – terug dacht aan een vazalvorst die in het prille begin van de eeuw leefde? Met andere woorden: wordt er wel naar Archelaüs verwezen? Hoewel al heel wat geleerden over de vragen rondom de parabel in Lukas 19 geschreven hebben, is er nog geen studie die in de hele problematiek ook geruime aandacht aan het historische fenomeen client kingship besteedt. In deze scriptie zullen de diverse aspecten samen genomen worden en wordt er gezocht naar een antwoord op de volgende hoofdvraag: 'Hoe moet de aanwezigheid van het troonsbestijger-motief in Lukas 19:11-27 geduid worden?' METHODE EN OPZET De scriptie vangt in hoofdstuk één aan met een werkvertaling, waarbij er tevens stil gestaan wordt bij exegetische en tekst-kritische kwesties. Het tweede hoofdstuk is een literair-kritische en redactie-kritische analyse van Lukas 19:11-27. Er wordt gekeken naar het ontstaansproces van de parabel om zo op het spoor te komen waar Lukas zijn aandeel als redactor heeft gehad. In een volgend hoofdstuk staat de vormkritiek centraal – met aandacht voor het gebruik van parabel in zowel het Nieuwe Testament als het Lukas-evangelie – en wordt er ingezoomd op relevante narratieve aspecten. Het vierde hoofdstuk focust op de betekenis van het troonsbestijger-motief. Tegen de achtergrond van het historische fenomeen client kingship wordt er een antwoord gezocht op de vraag op Lukas met zijn parabel impliciet op Archelaüs gewezen zal hebben. In het vijfde en laatste hoofdstuk komt dit alles samen in een antwoord op de zojuist genoemde hoofdvraag. CONCLUSIES In dit onderzoek wordt beargumenteerd dat Lukas de parabel in zijn evangelie heeft opgenomen, onafhankelijk van Mattheüs' weergave van dezelfde parabel van Jezus. Beide evangelisten gebruikten de versie van de parabel uit Q, die ze – ieder op eigen wijze – bewerkten. Het is vervolgens Lukas geweest die het motief van de troonpretendent toevoegde aan de gelijkenis die in eerste instantie lijkt te gaan over het goed omgaan met wat je is toevertrouwd. Hij maakte hierbij geen gebruik van een al bestaande, zelfstandige parabel. Zowel Lukas als zijn lezers zijn zich bewust geweest van de overeenkomsten tussen de koning uit Lk. 19:11-27 die op reis gaat en de imperiale bestuursvorm client kingship. Het is echter niet aannemelijk om daarbij specifiek vazalvorst Archelaüs op de achtergrond van de parabel te zien. Lukas heeft in zijn parabel een actueel beeld – namelijk dat van een client king – gebruikt en daarmee de betekenis van de parabel aangepast. In tegenstelling tot de gelijkenis van Jezus zoals die bij Mattheüs (en waarschijnlijk ook in Q) te vinden is, gaat het er bij Lukas in eerste instantie niet om dat je tijdens de afwezigheid van de heer goed omgaat met wat je hebt gekregen. Het is bij Lukas immers niet de derde knecht in het verhaal die gestraft wordt, maar het gezantschap dat achter de troonpretendent aanging om zijn koningschap te verhinderen. Zo vormt de parabel in Lk. 19:11-27 een waarschuwing voor diegenen die Jezus' koningschap tegenwerken en niet willen accepteren.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent1043449 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleIMPERIALE METAFORIEK IN EEN LUKAANSE PARABEL? Een onderzoek naar de betekenis van het troonsbestijger-motief in Lukas 19:11-27
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsBijbel, evangelie, Lukas, parabel, exegese, politiek
dc.subject.courseuuWortels en ontwikkeling van het christendom


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record