Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorTribushinina, Elena
dc.contributor.authorRutten, L.E.M.
dc.date.accessioned2012-12-20T18:01:16Z
dc.date.available2012-12-20
dc.date.available2012-12-20T18:01:16Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12331
dc.description.abstractEen onderzoek naar het verschil in gebruik van referentiële uitingen bij de introductie van personages in een verhaal tussen Russisch-Nederlandse kleuters en Nederlandse kleuters. In dit onderzoek is onderzocht welke invloed tweetaligheid heeft op de ontwikkeling van de Theory of Mind. De aanwezigheid van de Theory of Mind werd onderzocht door het gebruik van referentiële uitingen bij de introductie van personages in een verhaal te onderzoeken. Er werd aangenomen dat wanneer het kind personages op een correcte manier introduceert, namelijk door middel van een indefiniete naamwoordgroep, de Theory of Mind is ontwikkeld bij het kind. Ook werd onderzocht of er crosslinguïstische invloed plaatsvond bij de tweetalige Russisch-Nederlandse kinderen. Dit werd gedaan door te kijken naar in hoeverre de tweetalige Russisch-Nederlandse kinderen verschilden van de eentalige Nederlandse kinderen in het weglaten van het lidwoord van een zelfstandig naamwoord bij de introductie van personages. De proefpersonen moesten aan de hand van een set plaatjes (Cat Story of Fox Story) een verhaaltaak uitvoeren: ze moesten vertellen wat er op de plaatjes gebeurde. De proefpersonen bestonden uit eentalige Nederlandse en tweetalige Russisch-Nederlandse kinderen, verdeeld in de leeftijdsgroepen vier, vijf en zes jaar. Uit de resultaten bleek dat de referentiële uiting ‘definiete naamwoordgroep’ het meest werd gebruikt door alle groepen proefpersonen. Hieruit kunnen we concluderen dat kinderen van vier tot en met zes jaar personages dus nog niet op correcte wijze introduceren en dat dus de Theory of Mind op de leeftijd van zes dus nog niet helemaal is ontwikkeld. Ook bleek uit de resultaten dat tweetaligheid geen invloed heeft op de ontwikkeling van de Theory of Mind wanneer we kijken naar het gebruik van correcte referentiële uitingen bij de introductie van personages in een verhaal. Tweetalige Russisch-Nederlandse kleuters gebruikten even vaak een indefiniete naamwoordgroep om personages te introduceren dan hun eentalige leeftijdsgenoten. Wel gebruikten eentalige kleuters vaker dan tweetalige kleuters definiete naamwoordgroepen om personages te introduceren. Tenslotte kunnen we concluderen dat bij het introduceren van personages in een verhaal er crosslinguïstische invloed plaatsvindt bij de introductie van tweetalige Russisch- Nederlandse kleuters. De tweetalige kleuters laten vaker het lidwoord weg bij het zelfstandig naamwoord dan eentalige kleuters wanneer ze personages introduceren. Een verklaring hiervoor is dat de Russische taal, die de kinderen ook hebben verworven, geen lidwoorden kent. Deze crosslinguïstische invloed blijkt op de leeftijd van vier jaar meer aanwezig te zijn dan op een leeftijd van zes. Op vierjarige leeftijd liet de proefpersonen de lidwoorden namelijk vaker weg dan op een leeftijd van zes jaar.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent473113 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe invloed van tweetaligheid op de ontwikkeling van de ‘Theory of Mind’. De introductie van personages in een verhaal door kleuters.
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordstweetaligheid, Theory of Mind, crosslinguïstische invloed, Cat story, Fox story, Russisch-Nederlands
dc.subject.courseuuCommunicatie- en informatiewetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record