Voor of tegen? Het effect van argumentatie op het vertrouwen in vaccins

Abstract

Het doel van deze studie was om te onderzoeken wat het effect is van het noemen van alleen voorargumenten of voor- en tegenargumenten met weerlegging op het vertrouwen in COVID-19-vaccins. Uit eerdere onderzoeken bleek dat vertrouwen in vaccins een belangrijke predictor is van vaccinatiegedrag. Het vertrouwen in vaccins wordt gevormd door het geloof dat een vaccin effectief is, dat het veilig is en dat het onderdeel is van een betrouwbaar gezondheids- en bestuurssysteem. Uit algemene argumentatietheorieën blijkt dat bij politieke en maatschappelijke boodschappen het noemen van voor- en tegenargumenten met weerlegging zorgt voor een hogere overtuigingskracht en geloofwaardigheid. Uit onderzoeken naar argumentatie rondom vaccinaties blijkt daarentegen dat het noemen van tegenargumenten met weerlegging juist een tegenovergesteld effect kan hebben op het vertrouwen. We hebben ons in dit onderzoek gefocust op de discrepantie tussen de algemene argumentatietheorieën en theorieën rondom argumentatie omtrent vaccins. We hebben met een enquête gemeten wat het effect was van de twee verschillende argumentatievormen op het vertrouwen in de COVID-19-vaccins. De resultaten van dit onderzoek laten geen significant verschil zien in het effect van beide argumentatievormen op het vertrouwen in vaccins. Uit de resultaten komt wel een sterk positief significant verband tussen vaccinatie-intentie en vertrouwen in vaccins naar voren. Dit onderzoek draagt bij aan de kennis over interventies om vertrouwen in vaccins te verhogen en biedt praktische implicaties voor de communicatiestrategie tijdens de vaccinatiecampagne.