Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDouma, J.C.H.
dc.contributor.advisorJongmans, M.J.
dc.contributor.authorSpaans, B.
dc.contributor.authorKok, C.
dc.date.accessioned2012-12-06T18:00:54Z
dc.date.available2012-12-06
dc.date.available2012-12-06T18:00:54Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12232
dc.description.abstractAchtergrond en doel: Seksueel misbruik komt relatief vaak voor bij jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het lijkt erop dat (vermoedens van) seksueel misbruik onder deze jongeren minder vaak gemeld wordt dan het plaatsvindt. Er is onderzocht hoe vaak begeleiders seksueel misbruik bij hun cliënten vermoeden, hoe vaak ze dit formeel melden bij het meldpunt van de instelling, en welke factoren mogelijk samenhangen met het meldgedrag van groepsleiders. Methode: 49 van de 118 benaderde groepsleiders van een orthopedagogisch behandelcentrum in het midden van Nederland hebben meegedaan aan het onderzoek, Dit waren 17 mannen en 32 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 33.7 jaar (SD = 9.4). Zij hebben een vragenlijst ingevuld over het meemaken van (vermoedens van) seksueel misbruik tijdens hun dienst, hun meldgedrag en de mate van kennis over het beleid van de instelling over seksueel misbruik. Ook de redenen van het wel of niet formeel melden van het (vermoedelijke) seksueel misbruik en de demografische gegevens van respondenten werden gevraagd, om te onderzoeken of er factoren zijn die samenhangen met het wel of niet melden van (vermoedens van) seksueel misbruik. Resultaten: Door het lage aantal respondenten dat aangaf (een vermoeden van) seksueel misbruik te hebben meegemaakt tijdens zijn dienst (n=13), konden er geen uitspraken gedaan worden over het meldgedrag van de groepsleiding. Er is daarom onderzocht of het kennisniveau van de respondenten over het beleid van de instelling (de nota, het protocol, de meldplicht en het meldpunt) significant samenhangt met de persoonskenmerken (geslacht, leeftijd, opleiding) van groepsleiding. Dit bleek niet het geval te zijn. Ruim de helft van de respondenten kent de inhoud van de nota en het protocol slechts gedeeltelijk. Conclusie: Meer onderzoek naar het meldgedrag van groepsleiding over (vermoedens van) seksueel misbruik is nodig om uitspraken te kunnen doen over meldgedrag en mogelijk samenhangende factoren. De instelling waar het onderzoek heeft plaatsgevonden wordt aangeraden meer aandacht te besteden aan de scholing van medewerkers op het gebied van seksueel misbruik en het beleid hieromtrent.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent561689 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMeldgedrag van groepsleiding over (vermoedens van) seksueel misbruik bij cliënten.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsMeldgedrag
dc.subject.keywordsseksueel misbruik
dc.subject.keywordsLVB
dc.subject.keywordsgroepsleiding
dc.subject.courseuuOrthopedagogiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record