Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorVolman, M.J.M.
dc.contributor.advisorFlorisson, D.C.A.
dc.contributor.authorRoodnat, J.I.
dc.contributor.authorHamstra, B.
dc.date.accessioned2012-12-03T18:01:32Z
dc.date.available2012-12-03
dc.date.available2012-12-03T18:01:32Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/12210
dc.description.abstractAchtergrond: Kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een negatieve attitude ten aanzien van het deelnemen aan motorische activiteiten, een lagere motorische competentiebeleving en verminderde lichamelijke activiteit (mogelijk als gevolg van minder belang hechten aan motorische competentie). Er is nog weinig bekend over de relatie tussen motorische competentiebeleving en participatie in bewegingsactiviteiten bij kinderen met of zonder DCD. Ook de invloed van een mogelijke discrepantie tussen motorische competentiebeleving en motorisch belang op deze participatie is niet eerder onderzocht. Doel: Onderzoeken of de motorische competentiebeleving (MCB) en het belang dat kinderen eraan hechten motorisch competent te zijn (motorisch belang, MB) en de mogelijke discrepantie (D) daartussen van invloed zijn op de mate van participatie in bewegingsactiviteiten. Methode: De onderzoekspopulatie bestond uit 54 kinderen die positief werden gescreend op DCD (risico-DCD groep) en 95 gematchte controles uit het reguliere basisonderwijs (groep 3-8). Verschillen in MCB, MB en D op basis van Groep (risico-DCD/controles), Leeftijdsgroep (onder-/midden-/bovenbouw) en het interactie-effect werden getoetst met een 3 Leeftijdsgroep (onder-/midden-/bovenbouw) x 2 Groep (risico-DCD/Controle) ANOVA. De samenhang tussen MCB, MB en D, en Participatie in bewegingsactiviteiten werd getoetst met gebruik van de Pearson’s product-momentcorrelatie en Fisher-Z (verschil in correlatie risico-DCD/controles). Resultaten: Kinderen met risico-DCD hadden een lagere MCB (totaalscore en op domein grof-motorisch en balvaardigheid) en een grotere D (totaalscore, domein fijn-motorisch en balvaardigheid) in vergelijking met gematchte controles. Er werd een leeftijd gerelateerde afname van MCB gevonden (bovenbouw<middenbouw<onderbouw) wat betreft de totaalscore en het domein grof-motorisch. Het effect van leeftijd op MCB, MB en D was niet significant verschillend per Groep. Er was een significante samenhang tussen MCB en MB enerzijds en participatie in bewegingsactiviteiten: kinderen met een lagere MCB en MB scoorden ook lager op de participatie in bewegingsactiviteiten. De samenhang tussen MCB en participatie in bewegingsactiviteiten verschilde significant voor de risico-DCD en controle groep. Er was geen significante samenhang tussen D en de participatie in bewegingsactiviteiten. Conclusie: De motorische competentiebeleving lijkt van invloed te zijn op de participatie in bewegingsactiviteiten, vooral bij kinderen met een risico op DCD.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent343275 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleMotorische competentiebeleving, motorisch belang en participatie in bewegingsactiviteiten: de invloed van leeftijd en risico op Developmental Coordination Disorder
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsparticipatie in bewegingsactiviteiten
dc.subject.keywordsmotorische competentie
dc.subject.keywordsmotorisch belang
dc.subject.keywordsdiscrepantiescore
dc.subject.keywordsDCD
dc.subject.courseuuOrthopedagogiek


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record