dc.description.abstract | In deze studie wordt onderzoek gedaan naar het verschil in ontwikkeling van number sense tussen jongens en meisjes uit groep twee. Deze studie is uitgevoerd vanwege het feit dat er in de recente literatuur geen eenduidige antwoorden zijn op de vraag of er sekseverschillen zijn op number sense. Doelstelling: Deze studie is uitgevoerd aan de hand van de drie codes van het triple code model van Dehaene en Cohen (1995), namelijk de analoge code, de verbale code en de visuele code. Methode: Er zijn 444 participanten (199 meisjes, 245 jongens, Mleeftijd meisjes =5,58 jaar, Mleeftijd jongens = 5,60 jaar) voor deze studie onderzocht. Gebruikte instrumenten meten de vaardigheden symbolisch, non-symbolisch, vergelijken van hoeveelheden en het tellen en optellen. Resultaten: Voor de analoge code is er geen significant verschil gevonden, op de taken non-symbolische getallenlijn en non-symbolische vergelijking. Voor de verbale code is er tevens geen significant verschil gevonden, deze is getest aan de hand van subtesten van de UGT-R. Voor de visuele code is er een significant verschil gevonden, op de taken symbolische getallenlijn en symbolische vergelijking. Conclusie: Aan de hand van de gevonden resultaten kan geen eenduidige conclusie worden gesteld wat betreft sekseverschillen op number sense. Jongens en meisjes verschillen alleen significant op de visuele code. | |