Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorvan Wijen, Dr. D.
dc.contributor.authorKeulen, G.M. van
dc.date.accessioned2012-09-12T17:01:10Z
dc.date.available2012-09-12
dc.date.available2012-09-12T17:01:10Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/11524
dc.description.abstractDit onderzoek richt zich op schrijfprocessen bij tweede taalverwerving. De hoofdvraag hierbij is hoe stabiel het schrijfproces is tussen talen. We gaan hierbij uit van Nederlands als moedertaal en Engels als tweede taal. De data die binnen dit onderzoek gebruikt is, is afkomstig uit het promotieonderzoek van Van Weijen (2009). In totaal namen er twintig proefpersonen deel aan haar onderzoek. Zij voerden ieder vier Nederlandse schrijftaken en vier Engelse schrijftaken uit. De schrijftaak omvatte een betoog met betrekking tot acht verschillende thema’s. Zij voerden deze taken uit onder hardopdenkcondities. De data is verkregen met behulp van het digitale registreerprogramma Inputlog. We hebben deze data binnen dit onderzoek geanalyseerd op schrijftijd en pauzetijd. Hiervoor zijn alle schrijfprocessen opgedeeld in vijf gelijke episodes. Van Weijen (2009) verwachtte dat schrijvers aan het begin van het schrijfproces vooral aandacht zouden besteden aan het lezen van de opdracht, terwijl ze in het midden vooral bezig zijn met formuleren. Dit sluit aan bij het idee van Renkema (1995). Inputlog verschaft enkel kwantitatieve data, we kunnen aan de hand van ons onderzoek niet zeggen of de proefpersonen daadwerkelijk met deze cognitieve activiteiten bezig waren. Echter, aan de hand van de analyse van pauze- en schrijftijd verwachten we dit wel. In de eerste episode is namelijk relatief veel pauzetijd waargenomen. Een ander resultaat uit het onderzoek van Van Weijen (2009) was dat schrijvers in hun tweede taal minder zouden variëren tussen taken tijdens het schrijven. Op basis van de data volgens Inputlog kunnen we over deze variatie weinig zeggen. Echter is de verhouding schrijftijd/ pauzetijd wel vergelijkbaar in het Engels en Nederlands. Aan de hand van dit gegeven verwachten we dan ook geen krachtige verschillen tussen de talen. De conclusie van dit onderzoek is dat de schrijftaal geen hoofdeffect heeft op de ontwikkeling van het schrijfproces. Enkel het interval van het schrijfproces waarin de schrijver zich bevindt, bepaalt de verhouding tussen schrijf- en pauzetijd. We kunnen dus stellen dat het schrijfproces in de moedertaal en tweede taal stabiel is.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent743158 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleDe stabiliteit van schrijfprocessen - Een kwantitatieve vergelijking tussen het schrijfproces in de moedertaal en tweede taal
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsschrijfprocessen, Inputlog, schrijftijd, pauzetijd, hardopdenkmethode
dc.subject.courseuuCommunicatie- en informatiewetenschappen


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record