Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorKnijn, Trudie
dc.contributor.advisorDa Roit, Barbara
dc.contributor.authorKerkkamp, M.
dc.date.accessioned2012-08-06T17:00:59Z
dc.date.available2012-08-06
dc.date.available2012-08-06T17:00:59Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/11405
dc.description.abstractIn dit onderzoek worden twee interventies nader onderzocht die een relatie leggen tussen de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) bij het activeren of re-integreren van bijstandsafhankelijken. Het gaat om de projecten Service voor de Wijk in Ede en De Cirkel in Almere. In een context waarin de politieke nadruk steeds meer komt te liggen op participatie in regulier werk (voornamelijk met de Wet werken naar vermogen) is de hoofdvraag gesteld: ‘Wat is de best mogelijke outcome binnen gemeentelijke projecten gericht op maatschappelijke participatie van moeilijk bemiddelbare bijstandsafhankelijken?’ Om deze vraag te beantwoorden zijn enkele deelvragen gesteld. Welk doel streven betrokken actoren na, en op welke manier zijn deze doelen gerelateerd aan de interpretatie van het begrip ‘werken naar vermogen’, de intentie van de Wet werken naar vermogen? Ten tweede zijn de in- en uitstroomcijfers van beide projecten onder de loep genomen. Wanneer gesproken kan worden van een succesvolle outcome, en wat deze definitie betekent voor de als succesvol beschouwde percentages wordt duidelijk bij de beantwoording van deelvraag twee. In deelvraag drie wordt ten slotte de vraag beantwoord welke belemmeringen de verschillende actoren van de projecten (beleidsmedewerkers, consulenten, cliënten) ervaren bij het bereiken van de gewenste outcome. Het blijkt dat ‘eerherstel’ een belangrijk doel is van de cliënten van beide projecten. Bij Service voor de Wijk blijkt de werkwijze van het project eerherstel te veroorzaken, bij De Cirkel wordt dit gevoel opgewekt middels het opdoen van sociale contacten. Daarnaast blijkt dat de definitie van een succesvolle outcome grote invloed heeft op de percentages die gezien worden als succesvol. Ten slotte blijken beide projecten verschillende belemmeringen te ervaren bij het bereiken van de gewenste outcome. De intentie van de Wet werken naar vermogen was dat iedereen zoveel mogelijk het eigen inkomen verdient en op die manier meedoet in de samenleving. Gebleken is dat alle cliënten achter deze visie staan; zij willen zelf ook graag maximaal meedoen, het liefst in regulier werk. Deze politieke visie moet echter genuanceerd worden volgens de respondenten in dit onderzoek. ‘Meedoen’ en (een deel van) het eigen inkomen verdienen is niet voor iedereen weggelegd: uit zowel de uitstroomcijfers als uit de interviews blijkt dat er verschillende redenen zijn waardoor mensen niet in staat zijn (een deel van) hun eigen inkomen te verdienen. De best mogelijke outcome moet dan ook breder geïnterpreteerd worden dan de uitstroom naar regulier werk; het maximaal haalbare voor een cliënt kan ook betekenen dat iemand de juiste indicatie krijgt of duurzaam vrijwilligerswerk gaat doen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent766016 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleWerken naar vermogen: doen wat je kunt binnen een activerende context.
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsRe-integratie
dc.subject.keywordsWet Werk en Bijstand
dc.subject.keywordsactiverende verzorgingsstaat
dc.subject.courseuuArbeid, zorg en welzijn: beleid en interventie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record