dc.description.abstract | Achtergrond: Het verschijnen voor de kinderrechter binnen het civiele jeugdrecht is, net als in het strafrecht, voor veel jeugdigen een ingrijpende gebeurtenis, daar eventueel op te leggen maatregel grote gevolgen kan hebben. Afgevraagd kan worden hoe de kinderrechter naar de voor hem/haar voorliggende zaak aankijkt en in hoeverre het kinderverhoor in deze van betekenis is. Doel: Het doel van dit onderzoek is om de bejegening van de kinderrechter, gedurende het kinderverhoor, in beeld te brengen. Methode: Middels observatielijsten zijn er zijn 30 observaties van de kinderrechter tijdens het kinderverhoor van jeugdigen tussen de 12 en de 18 jaar. Daarnaast is er onderscheid gemaakt in groepen en zijn de resultaten vergeleken op leeftijd, geslacht en het soort maatregel. Resultaten: De resultaten laten zien dat de aanwezigen in de rechtszaal altijd worden voorgesteld en de kinderrechters over het algemeen gebruik maken van goede bejegeningtechnieken. Er wordt met name rekening gehouden met de bejegening bij de groep jeugdigen jonger dan 15 jaar. Doordat er geen vaststaande protocollen worden gehanteerd verschilt het kinderverhoor per kinderrechter. Conclusie:
De kinderrechter heeft een pedagogische rol toegedicht dat bepalend kan worden genoemd. Daar de kinderrechter de enige persoon is die de jeugdige in het proces heeft gehoord en een kans kan geven. | |