| dc.description.abstract | Deze thesis belicht de representatie van mannen in ‘cartooneske’ afbeeldingen in het tijdschrift Opzij tussen 1972 en 1997. Er wordt belicht hoe zulke afbeeldingen kunnen bijdragen aan de retoriek van een sociale beweging, in dit geval het feminisme. De man is gedurende de behandelde periode van rol veranderd in de afbeeldingen, en hierbij zijn verschillende retorische strategieën gebruikt. Centraal in deze strategieën staat 'objectivering', een door Martha Nussbaum gebruikte term, die inhoudt dat mensen tot dingen gemaakt worden, waardoor er macht over hen kan worden uitgeoefend. Mannen objectiveren en worden geobjectiveerd in de afbeeldingen, waarbij het eerste vooral een aanklacht is van de situatie die feministen als problematisch ervaren, een situatie van vrouwenonderdrukking, en de tweede een voorstelling van een mogelijke situatie na het feminisme. In tijden van druk op het feminisme wordt vooral de eerste strategie gebruikt, die vrij agressief is. In tijden waarin het feminisme doelen bereikt lijkt te hebben, wordt met name de tweede strategie gebruikt. | |
