| dc.description.abstract | In dit onderzoek is gekeken naar het veronderstelde verschil tussen personen met sociale macht en personen met persoonlijke macht wat betreft het gebruik maken van stereotypen. Op basis van eerder onderzoek (Leliefeld, 2011; Fiske, 1993; Lammers, Stoker & Stapel, 2009) werd verwacht dat personen met sociale macht meer perspectief nemen dan personen met persoonlijke macht, met als gevolg dat personen met persoonlijke macht meer gebruik zullen maken van stereotypen ten aanzien van allochtonen dan ten aanzien van autochtonen dan dat personen met sociale macht dit doen. Met behulp van een experimenteel onderzoek waarin proefpersonen door middel van rolmanipulatie in een sociale- of persoonlijke machtsconditie geplaatst werden en een veronderstelde online samenwerking aangingen met een allochtone of autochtone jongen is getracht deze verwachtingen te meten. Voor de online samenwerking werd een foto van de proefpersoon gemaakt en ingevoerd in een chatprogramma dat gebruikt zou worden tijdens de taak. De proefpersoon kon hierin ook de foto van de andere proefpersoon zien. Deze foto werd echter gemanipuleerd door een foto van een allochtone of autochtone jongen te laten zien. Terwijl het chatprogramma al open stond vulde de proefpersoon verschillende vragenlijsten in over de zichzelf en de andere proefpersoon. Op basis van de resultaten van deze vragenlijsten moeten beide hypothesen verworpen worden. | |
