| dc.description.abstract | Het aantal leerlingen met dyslexie neemt toe, evenals het aantal leerlingen op het tweetalig onderwijs (TTO). Over leerlingen met dyslexie op het TTO is echter weinig bekend. Doel: Het doel van dit onderzoek is meer inzicht verkrijgen in de Nederlandse en Engelse totaalscores op taalvaardigheidstaken en de schoolbeleving van leerlingen met dyslexie op het TTO in Nederland. De inzichten uit dit onderzoek maken het mogelijk om deze leerlingen in de toekomst beter te adviseren, begeleiden en ondersteunen. Methode: Analyses worden uitgevoerd op de scores van de Nederlandse en Engelse taalvaardigheidstaken (lees-, spellings-, ideomatische vaardigheid en vocabulaire) en de schoolbeleving (faalangst en vakkenpakket en vervolgstudie) van zestig VWO leerlingen verdeeld in vier gelijke groepen 1) TTO leerlingen, 2) TTO leerlingen met dyslexie, 3) VWO leerlingen en 4) VWO leerlingen met dyslexie. Resultaten: Uit het onderzoek blijkt dat er een significant verschil is tussen de vier groepen op de totaalscore van de taalvaardigheidstaken, faalangst en het gekozen vakkenpakket. De groep waar de leerlingen toe behoren heeft een interactie effect op Nederlandse en Engelse taal-, lees- en spellingsvaardigheid en vocabulaire. Conclusie: De totaalscore op taalvaardigheidstaken laat zien dat TTO leerlingen de beste taalvaardigheid hebben gevolgd door TTO leerlingen met dyslexie, VWO leerlingen en als laatste VWO leerlingen met dyslexie. TTO leerlingen met/zonder dyslexie hebben een betere Engelse taalvaardigheid dan VWO leerlingen. VWO/TTO leerlingen zonder dyslexie hebben een betere Nederlandse taalvaardigheid dan leerlingen met dyslexie. Hoe beter de taalvaardigheid hoe minder faalangst er wordt ervaren en hoe sneller een taal als extra vak wordt gekozen en andersom. Voor de TTO leerlingen met dyslexie uit dit onderzoek blijk TTO voordelig te zijn. | |
