| dc.description.abstract | Inleiding. Seksueel geweld is een delict dat overal ter wereld voorkomt, met name onder meisjes tussen de 12 en 24 jaar oud. Seksueel geweld kan leiden tot seksueel disfunctioneren. Uit de huidige literatuur komt naar voren dat er problemen kunnen optreden met betrekking tot verlangen, opwinding, orgasme, pijn en tevredenheid. Seksueel geweld kan eveneens leiden tot psychisch disfunctioneren, zoals suïcidepogingen, posttraumatische stress stoornis, angststoornissen, eetstoornissen, slaapstoornissen en depressie. In dit onderzoek is onderzocht wat het verband is tussen seksueel geweld en seksueel en psychisch functioneren bij adolescente vrouwen. Methoden. Er hebben 37 slachtoffers van seksueel geweld meegewerkt aan dit onderzoek, welke (oud-)patiënten zijn van het Landelijk Psychotraumacentrum, gevestigd in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. De controlegroep bestaat uit 80 vrouwen, welke studeren aan het HBO Zeeland of aan de Universiteit Utrecht. Beide groepen hebben een inleidende vragenlijst over seksueel gedrag ingevuld. Seksueel functioneren is gemeten aan de hand van de Female Sexual Function Index (FSFI). Er is een factoranalyse en betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd op de FSFI. Psychisch functioneren is gemeten aan de hand van de Symptom Checklist (SCL-90). Resultaten. Slachtoffers van seksueel geweld rapporteren significant meer seksueel en psychisch disfunctioneren dan controlerespondenten. Er is een significant verband tussen seksueel en psychisch functioneren. Slachtoffers van seksueel geweld verschillen onderling op sommige schalen significant op basis van de variabelen bekendheid van de dader, type trauma (aanranding of verkrachting) en eerdere positieve ervaringen met seks. Discussie. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er een significant verband is tussen seksueel geweld en seksueel en psychisch (dis)functioneren. Er komt echter niet een duidelijk beeld naar voren over het domein van seksueel functioneren waarop de klachten het sterkst zijn. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de keuze van het meetinstrument. De FSFI blijkt binnen deze respondentengroep niet duidelijk zes domeinen te meten. Daarnaast kunnen resultaten voor respondenten die niet seksueel actief zijn geweest, niet worden meegerekend. Voor vervolgonderzoek wordt geadviseerd om kritisch na te denken over het meetinstrument en een grotere en minder specifieke onderzoeksgroep te werven. | |
