Contextopgaven: De invloed van begrijpende leesvaardigheid, rekenvaardigheid en rekenangst.

Abstract

Door de opkomst van het realistisch rekenen in Nederland is het aandeel van rekenkundige contextopgaven gegroeid. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de vaardigheden die van invloed zijn op het maken van contextopgaven bij kinderen met zwakke reken- of leesvaardigheden alsmede kinderen zonder leerproblemen. Een kwantitatieve analyse is uitgevoerd waarbij 105 participanten deelnamen (waarvan 42 jongens) tussen de 8;0 en 12;1 jaar. De onderzoeksgroepen zijn vergeleken op gemiddelde scores van rekenvaardigheid, begrijpende leesvaardigheid, technische leesvaardigheid, rekenangst en contextopgaven. Tevens is de samenhang tussen deze variabelen en contextopgaven geanalyseerd. Daarnaast is onderzocht welke onderzoeksgroep de meeste rekenangst ervaart en of de mate van rekenangst van invloed is bij de verschillende onderzoeksgroepen op de score op contextopgaven. Tot slot is er voor zowel de totale onderzoeksgroep als voor elke onderzoeksgroep apart nagegaan in hoeverre de variabelen rekenvaardigheid en begrijpende leesvaardigheid het maken van een contextopgave beïnvloeden. Resultaten toonden aan dat begrijpende leesvaardigheid de meest invloedrijke variabele is met betrekking tot het maken van een contextopgave voor alle onderzoeksgroepen. Hiernaast speelt tevens rekenvaardigheid een belangrijke rol bij het al dan niet kunnen oplossen van een contextopgave. Met betrekking tot rekenangst blijkt dat kinderen met zwakke rekenvaardigheden het meeste rekenangst ervaren. Alleen voor de dyslexiegroep en de controlegroep is een samenhang gevonden tussen rekenangst en contextopgaven. Toekomstig onderzoek is geïndiceerd om zicht te krijgen op mogelijke onderliggende cognitieve factoren die het maken van een contextopgave beïnvloeden en rekenangst veroorzaken.