Natuurkunde in het voortgezet onderwijs

Abstract

Dit onderzoek is een interdisciplinaire literatuurstudie naar de vraag: Wat is goed natuurkundeonderwijs? Om gehoor te geven aan de vraag naar verbetering van het onderwijs, waarvan het gebrek aan kwaliteit, focus en regie één van de vijf knelpunten is voor het behoud van de positie van Nederland als rijk en welvarend land. Tot dit doel formuleren we in dit onderzoek het belang van natuurkundeonderwijs op basis van de drie relevante beleidskwesties en inzichten vanuit de filosofie van het onderwijs, geschiedenis van het onderwijs en onderwijskunde. Vanuit dit belang wordt een beeld afgeleid wat leerlingen zouden moeten ontwikkelen tijdens het natuurkundeonderwijs met behulp van inzichten uit de filosofie van de natuurwetenschap en geschiedenis van de natuurwetenschap. Aan elk van deze vijf disciplines worden deelvragen gesteld, zodat er criteria kunnen worden afgeleid voor (natuurkunde) onderwijs. Met behulp van het opgestelde belang en beeld stellen we uit deze lijst met criteria de criteria op voor goed voortgezet natuurkundeonderwijs. In deze lijst wordt er onderscheid gemaakt tussen primaire, secundaire en tertiaire criteria. Met behulp van dit onderscheid is het mogelijk aan het belang te voldoen en de vele disciplinaire inzichten samen te voegen tot één geheel. Op basis van het belang, beeld en deze lijst is het mogelijk een solide curriculum te maken en concrete stappen van praktische, structurele en constructieve verbetering te maken op dit curriculum. Zo stappen we uit het proces van trial-and-error wat op dit moment gaande is.