Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorDüwell, M.
dc.contributor.authorEynden, S. van den
dc.date.accessioned2012-07-06T17:01:18Z
dc.date.available2012-07-06
dc.date.available2012-07-06T17:01:18Z
dc.date.issued2012
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/10727
dc.description.abstractDe hedendaagse politiek filosoof Thomas Pogge stelt in zijn boek World Poverty and Human Rights dat individuen en staten in rijke westerse staten schuldig zijn aan en daarmee moreel verantwoordelijk voor de armoede in de wereld. Mondiale instituties zoals de Wereldbank, de Europese Unie en de Verenigde Naties en de mondiale regels op het gebied van onder meer handel en leningen benadelen arme, zwakkere staten structureel. Deze instituties en iedereen die betrokken is bij de inrichting en het in stand houden ervan, schenden daarmee de mensenrechten van diegenen die als gevolg van die structuren en instituties geen toegang hebben tot basisgoederen zoals voedsel, schoon drinkwater, kleding en onderdak. Volgens Pogge schenden instituties daarmee hun negatieve plicht om anderen geen kwaad te doen; een grotere zonde dan het schenden van de positieve plicht om een ander te helpen, zoals hulp aan arme staten doorgaans wordt opgevat. Via instituties zijn rijke staten en individuen dan ook moreel verantwoordelijk voor de armoede in de wereld en moreel verplicht om daar wat aan te doen. Hiervoor is het niet langer nodig dat zij voldoen aan hun positieve plicht om mensen te helpen; wat volstaat is het stoppen met het schenden van de negatieve plichten. In dit paper ga ik in op twee belangrijke uitgangspunten van de theorie van Pogge: namelijk dat negatieve plichten zwaarder wegen dan positieve, en dat negatieve plichten voldoende normatieve argumenten bevatten om rijke staten te verplichten tot het realiseren van fundamentele veranderingen in de manier waarop de wereld is georganiseerd. Ik verdedig in dit paper de stelling dat positieve plichten zijn niet alleen verdedigbaar, maar ook noodzakelijk als argument voor de stelling dat staten en individuen morele verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van medemensen in arme staten die doorgaans op grote fysieke afstand van het westen liggen. De op louter negatieve plichten gefundeerde theorie van Pogge bezit onvoldoende sterke normatieve argumenten om de verantwoordelijkheid van rijke staten en individuen voor armoede en hun verplichting tot armoedebestrijding aan te tonen.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.format.extent385783 bytes
dc.format.mimetypeapplication/pdf
dc.language.isonl
dc.titleNegatieve plichten: recept tegen armoede?
dc.type.contentBachelor Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywordsNegatieve plichten, positieve plichten, mondiale rechtvaardigheid, Thomas Pogge
dc.subject.courseuuWijsbegeerte


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record