dc.description.abstract | De naamvallen vormen in het grammaticaonderwijs van het Duits een groot struikelblok voor leerlingen. De huidige (Nederlandse) onderwijspraktijk is niet optimaal en de lesmethodes slagen er niet altijd in leerlingen op effectieve wijze het casussysteem bij te brengen. Grammaticadidactiek is een complex gebied, waarbij veel verschillende factoren een rol spelen en men niet zomaar van het ene op het andere moment een leerling iets kan leren en van hem mag verwachten het volledig te beheersen.
Een methode om het taalonderwijs natuurlijker en effectiever te maken is door meer mondeling taalgebruik in de lessen te integreren,zoals met Georkestreerd Spreken. Hierbij fungeert een schoolklas als een orkest, waarvan de docent de dirigent is. Leerlingen krijgen kaarten met daarop zinnen of gespreksfragmenten uit dialogen en worden op aanwijzingen van de docent gestuurd in het uitspreken hiervan. Op deze manier ontstaat een geheel van stemmen en fragmenten, waarin de docent variaties kan aanbrengen.
In deze studie is onderzocht in hoeverre de grammaticadidactiek van de naamvallen en de methode Georkestreerd Spreken effectief met elkaar gecombineerd kunnen worden. Door het Georkestreerd Spreken en een traditionele grammaticales met elkaar te vergelijken en het effect ervan te meten is onderzocht in hoeverre deze methodes effectief zijn. Leerlingen in beide onderzoeksvarianten blijken op korte en in mindere mate op lange termijn beter te presteren ten opzichte van de aanvangssituatie, dus zowel Georkestreerd Spreken als de grammatica-instructie hebben ervoor gezorgd dat in het proces van grammaticale ontwikkeling de leerlingen voortgang geboekt hebben. De variabelen sekse geeft een onduidelijk beeld, terwijl voor leeftijd en muzikaliteit een groter effect op de leerlingresultaten in de toetsen waar te nemen is.
De resultaten op de korte termijn van dit onderzoek lijken de traditionele instructieles als effectiever uit te wijzen, maar voor een echt goede vergelijking voor het effect op langere termijn zijn langlopende vergelijkende onderzoeken nodig. | |