Diplomatieke Betrekkingen tussen De Republiek en het Ottomaanse Rijk 1612-1629, De rol van handel, slavernij en strategische overwegingen

Abstract

De Nederlandse Republiek heeft in 1612 diplomatieke betrekkingen aangeknoopt met het Ottomaanse Rijk. Hoewel hierbij op de achtergrond strategische overwegingen een rol speelden, kreeg de eerste ambassadeur, Cornelis Haga, van de Staten Generaal expliciet de opdracht om vrijlating van gevangen genomen landgenoten te bewerkstelligen en tevens de handelsbelangen te bevorderen. De scriptie onderzoekt de relatie tussen deze drie motieven. In tegenstelling tot wat veelal wordt aangenomen was het streven naar het vrijkopen van slaven niet slechts een voorwendsel om handelsbelangen te dienen. Aan het Turkse hof en in de Republiek bestond belangstelling voor een strategische -tegen Spanje gerichte- samenwerking, maar de Staten Generaal heeft een formele alliantie met het Ottomaanse Rijk nimmer overwogen.