De zienswijze van Nederlandse opvoeders op de werkwijze van de Zweedse Familie Centra

Abstract

Opvoeders hebben steeds meer vragen over de opvoeding. Dit lijkt voort te komen uit de zogeheten opvoedingskramp en een individualistische samenleving. Ze willen vraagstukken graag zelf oplossen of raadplegen vrienden voor antwoorden en advies over de opvoeding. Het Zweedse initiatief, de Zweedse Familie Centra, laat bijeenkomsten plaatsvinden op basisscholen om het netwerk van opvoeders uit te breiden en hun opvoedvaardigheden te vergroten. Op basis van de literatuur lijkt het project een positieve invloed te hebben op sociale ondersteuning. In huidig kwalitatief onderzoek is gekeken naar de zienswijze van Nederlandse opvoeders (n=6) op de aanpak van het Zweedse initiatief waarbij gefocust is op het onderlinge oudercontact. Uit de open interviews is gebleken dat opvoeders veelal positief tegen de Zweedse werkwijze aankijken. Voor opvoeders is de basisschool een vertrouwde en laagdrempelige plek om medeopvoeders te ontmoeten en om advies over de opvoeding in te winnen. De bijeenkomsten zijn vooral een uitkomst voor gemengde scholen aangezien er tussen opvoeders sprake is van culturele misvattingen. Door de bovengenoemde bijeenkomsten te laten plaatsvinden, worden deze misvattingen bespreekbaar gemaakt. De aanwezigheid van een beroepsprofessional wordt door de opvoeders gezien als een voornamelijk negatieve aanvulling. Opvoeders geven aan dat dit ervoor zal zorgen dan ze minder snel zullen deelnemen aan een bijeenkomst en het zal zorgen voor terughoudendheid. Daarnaast geven opvoeders aan één wekelijkse ontmoeting voldoende is.