De receptie van het naakt in profane en kerkelijke kunst in Florence. Botticelli (1445-1510) en Bronzino (1502-1572): twee schilders die spijt kregen van hun vroegere erotische iconografie
Summary
Botticelli en Bronzino hebben allebei een reputatie gevestigd van schilders van naakten en erotische voorstellingen. Beide kunstenaars gingen later in hun carrière steeds soberdere voorstellingen schilderen. Waarschijnlijk is die omslag er gekomen doordat ze allebei ‘spijt’ kregen van hun vroegere werk. In beide gevallen speelt de macht van religie een grote rol. Die heeft beide schilders ertoe aangezet af te wijken van hun oorspronkelijke weelderige stijl. Botticelli maakte de Geboorte en de Kruisiging, die beide verwijzingen bevatten naar de leer van Savonarola. Veel kunsthistorici, zoals Hatfield en Horne, denken dan ook dat hij onder invloed stond van deze prediker. Bronzino maakte aan het eind van zijn carrière de schilderijen Kruisafname en graflegging, de Aanbidding der herders en de Opwekking van de dochter van Jairus. In deze werken is een zelfde ontwikkeling van wulps naar zedig te zien die ook Botticelli een eeuw eerder onderging. De nieuwe eisen die vanaf 1563 aan religieuze kunst werden gesteld door het Concilie van Trente, verbannen uit kerken. Dit had natuurlijk de nodige impact op Bronzino, die voorheen veel sensuele naakten schilderde in zijn religieuze werken als de Graflegging. Ook kwam Bronzino onder invloed te staan van tijdgenoten zoals Borghini. Het verschil met Botticelli is dat Bronzino in zijn tijd wel naakten in profane werken ‘mocht’ afbeelden. Hij liep geen gevaar voor vervolging.