Nieuw, leuk en leerzaam : een erfgoedstudie naar het Nationaal Historisch Museum
Summary
Nieuw, leuk en leerzaam; een erfgoedstudie naar het Nationaal Historisch Museum
Vera Wieringa
Abstract
Deze scriptie is geschreven in de aanloop naar de beslissing over de plaats van het toekomstige Nederlandse Nationaal Historisch Museum. Vanuit drie tendensen geef ik een visie op de museale inhoud van het NHM.
De vergroting van het historisch besef van oude en nieuwe Nederlanders en de versterking van de Nederlandse identiteit zijn uitgesproken doelen die het NHM voor ogen heeft. Er is sprake van een renationalisering: er is behoefte om terug te grijpen op de eigen geschiedenis.
Het museum moet aantrekkelijker, leuker en spannender worden. In plaats van jaartallen en tijdslijnen moeten we de geschiedenis kunnen zien en beleven. Musea zijn onderhevig aan een tendens die wel de vererfgoedisering van musea wordt genoemd. Er wordt in museale opstellingen steeds meer amusement, entertainment en beleving aangeboden.
Om de lijnrechte tegenstelling tussen vererfgoedisering en renationalisering te doorbreken wil ik een derde tendens belichten. Deze derde tendens in de museale wereld richt zich op het verzamelen van nieuw erfgoed. Gebruiksvoorwerpen en objecten worden steeds eerder aangewezen en vervolgens gedocumenteerd als erfgoed.
De wisselwerking tussen deze drie elementen en het spanningsveld dat zij creëren is het uitgangspunt voor dit artikel:
Welke rol spelen de verschijnselen musealisering van nieuw erfgoed, vererfgoedisering en renationalisering in de plannen voor een Nationaal Historisch Museum?
Ter compensatie
De musealisering van steeds nieuwer erfgoed, de popularisering van erfgoed en de behoefte aan historisch besef worden alledrie beschouwd als een compensatie voor de hedendaagse situatie. Door het hoge veranderingstempo is de omloop van objecten hoger waardoor er steeds nieuwer erfgoed ontstaat. Om de nostalgische behoefte en het verlangen naar het verleden te stillen, speelt de heritage presentatie in op de presentatie van een verheerlijkt, geïdealiseerd verleden gepresenteerd ter compensatie van het sombere toekomstbeeld. Het historisch besef van de Nederlanders moet worden vergroot om de hedendaagse verwarringen aan te kunnen. Het moet voorzien in een praktische tijdsoriëntering waarbij het verleden, het heden en de toekomst met elkaar worden verbonden.
Het compensatiemechanisme, de achterliggende gedachten van de drie besproken tendensen, is nu aanleiding om plannen te maken voor de oprichting van een NHM.
Democratisering
De omgang met geschiedenis is gedemocratiseerd, iedereen heeft toegang tot het verleden. Vanuit deze democratisering van de geschiedenis zou er bij de oprichting van een NHM verder moeten worden gekeken dan de nationale kaders. De identiteit van de moderne burger is niet per definitie nationaal. Door de interactie tussen de nationale en globale kaders, en door politieke en andere maatschappelijke processen in beeld te brengen wordt een breder historisch begrip van onze globaliserende wereld mogelijk.
Bottom-up
Uit de plannen voor het NHM blijkt dat het museum zich zal presenteren als een experience. De taak van het museum baseert zich echter op het bijbrengen van historisch besef: de gemeenschappelijke wortels en waarden van de Nederlandse samenleving moeten in het museum worden benadrukt.
Om dit gegeven in een levendige presentatie te kunnen verwezenlijken moet men er voor waken niet te vervallen in het overbrengen van een oppervlakkig beeld en een verhaal zonder weinig diepgang. De deskundige bezoeker moet zich ook uitgedaagd voelen door de opstelling in het museum. Via een bottum-up presentatie, de bezoeker zoveel mogelijk uit te dagen, te confronteren met vragen en aan te spreken op zijn eigen herinneringen en geschiedenis ontstaat er de mogelijkheid om lering en vermaak te combineren.
De presentatie van nieuw erfgoed kan in deze opvatting worden gepresenteerd als een inleidend object om de bezoekers te enthousiasmeren voor interesse in de geschiedenis. Nieuw erfgoed speelt in op de herkenbaarheid en belevingswereld van de bezoeker. Daarnaast doorbreekt het chronologische tijdslijnen en gaat het verder dan nationale kaders.