Het Altaarvuur: Een exegetisch onderzoek naar Lev 6,1-6

Abstract

Wat is de betekenis van het uitdrukkelijke gebod in de ‘thora van het brandoffer’ (Lev 6,1-6) dat het vuur op het altaar niet mag doven? Het altaarvuur mag niet doven, omdat in de priesterlijke theologie het allerheiligste brandofferaltaar in de voorhof van het heiligdom, de plek waar God woont, een centrale plek in neemt. Het zou een onvoorstelbare ramp zijn als onvolmaaktheid, chaos of onreinheid door het doven van het altaarvuur toegang krijgen tot de plek waar juist de door God gegeven orde in stand gehouden wordt, en waaraan Israël zijn bestaansrecht ontleend.