dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Gamel, C.J | |
dc.contributor.author | Maassen, S.M. | |
dc.date.accessioned | 2009-10-26T18:01:33Z | |
dc.date.available | 2009-10-26 | |
dc.date.available | 2009-10-26T18:01:33Z | |
dc.date.issued | 2009 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/3652 | |
dc.description.abstract | Samenvatting
Aanleiding: het onderwerp seksualiteit wordt binnen de huidige zorgverlening aan mannen met urogenitale kanker beperkt besproken door arts en verpleegkundige. Patiënten geven aan behoefte hebben aan informatie over seksualiteit, deze informatie verminderd zorgen en verbeterd de kwaliteit van leven. Verpleegkundigen kunnen hier een rol bij spelen. Momenteel is er geen verpleegkundige interventie beschikbaar om seksualiteit te bespreken met mannen met urogenitale kanker.
Doel: het uitbrengen van een advies over de haalbaarheid van een experimentele studie naar het effect van twee geplande gesprekken over seksualiteit door een verpleegkundige met mannen met urogenitale kanker. Om dit te kunnen doen worden in deze pilotstudie twee vragen beantwoord: 1) hoe evalueren mannelijke patiënten die een operatie ondergaan voor urogenitale kanker twee geplande gesprekken met een verpleegkundige over seksualiteit; 2) wat is de invloed van deze gesprekken op het seksueel functioneren en het zorgen maken over seksueel functioneren?
Methode: een beschrijvende pilotstudie met one-group pretest-posttest design uitgevoerd in een Nederlands UMC. Seksueel functioneren werd gemeten met de International Index of Erectile Function (IIEF), zorgen maken over seksueel functioneren met de sexual bother questionnaire (SBQ), en evaluatie van de gesprekken met de gespreksevaluatievragenlijst (GEI). De twee geplande gesprekken over seksualiteit werden gegeven door één oncologieverpleegkundige aan mannelijke patiënten met urogenitale kanker.
Resultaten: de gesprekken werden positief geëvalueerd door de dertien deelnemers. Het seksueel functioneren verslechterd na de operatie, maar de deelnemers maken zich niet meer zorgen over het seksueel functioneren na de operatie. Er is geen verband gevonden tussen de evaluatie van de gesprekken en de overige variabelen.
Conclusie: de positief geëvalueerde gesprekken kunnen in een toekomstig experimenteel onderzoek in de huidige vorm gehandhaafd blijven. Een RCT is noodzakelijk om een uitspraak te doen over het effect van de geplande gesprekken. Dankzij deze pilotstudie is aangetoond dat voor een toekomstig RCT enkele methodische aanpassingen nodig zijn. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 205268 bytes | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Geplande gesprekken over seksualiteit als onderdeel van de standaard zorg aan mannen met urogenitale kanker: een pilotstudie | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Trefwoorden: urogenitale kanker, or | |
dc.subject.keywords | sekscounseling, or | |
dc.subject.keywords | zorgen over seksualiteit, or | |
dc.subject.keywords | verpleegkunde, or | |
dc.subject.keywords | mannelijk
Keywords: urogenitale neoplasm’s, or | |
dc.subject.keywords | sex counseling, or | |
dc.subject.keywords | sexual bother, or | |
dc.subject.keywords | nursing, or | |
dc.subject.keywords | male | |
dc.subject.courseuu | Verplegingswetenschap | |