Morele ontwikkelingskenmerken als voorspellers van integriteit bij sollicitanten van de politie
Summary
Bij de selectie van nieuwe politiemedewerkers wordt aandacht besteed aan het begrip integriteit door middel van een selectie-interview. Nadeel van dit interview is dat er slechts 2 tot 3 procent afvalt. Daarnaast is de spreiding van de scores erg klein, waardoor het moeilijk is om verschillen tussen kandidaten te identificeren. Om deze problemen op te lossen zal er onderzocht worden welke andere methoden er zijn om integriteit te voorspellen. In 2001 stelde Barriga, Morrison, Liau en Gibbs een model voor om externaliserend gedrag te voorspellen. Het model van Barriga en collega’s zal in dit onderzoek gebruikt worden om integriteit te voorspellen. Morele oordeelsvormingen, morele identiteit en cognitieve vertekeningen worden gezien als variabelen die invloed hebben op (gebrek aan) integriteit. Volgens dit model wordt de relatie tussen moreel oordelen en (gebrek aan) integriteit gemedieerd door morele identiteit en cognitieve vertekeningen.
In totaal hebben 215 sollicitanten van de Politieacademie (153 mannen en 62 vrouwen) in de leeftijd van 17 tot en met 48 (M = 23.4 jaar; SD = 6.1) deelgenomen aan dit onderzoek. Er zijn vier vragenlijsten gebruikt: de SRM-OSF om de morele ontwikkeling vast te stellen, de HID om cognitieve vertekeningen te meten, de vragenlijst ‘Zo ben ik – Zo wil ik zijn’ om de morele identiteit vast te stellen en de sociale wenselijkheidsvragenlijst.
Ten eerste wordt onderzocht of de mate van integriteit voorspeld kan worden uit: morele ontwikkeling, morele identiteit en cognitieve vertekeningen. Uit een stapsgewijze regressie analyse blijken geen van deze variabelen significante voorspellers van integriteit te zijn. Daarnaast is er gekeken naar een alternatieve meting van integriteit, die gebruik maakt van de Impliciete Associatie Test (IAT). Hierbij wordt onderzocht of morele ontwikkeling, morele identiteit en cognitieve vertekeningen de score op de IAT kunnen voorspellen. Ook hier blijkt uit een stapsgewijze regressie analyse, dat geen van de variabelen een significante voorspellende waarde heeft voor integriteit. Ten slotte is er onderzocht of de cut-off scores van cognitieve vertekeningen en morele ontwikkeling als alternatief selectiecriterium gebruikt kunnen worden. Het overeenstemmingspercentage tussen de huidige integriteitsmeting en de alternatieve selectiemethoden is te laag om deze alternatieve selectiemethoden te gebruiken.
Voor toekomstig onderzoek met deze vragenlijsten is het aan te bevelen de vragenlijsten in de werkelijke selectie onder te brengen om zo de betrouwbaarheid van de vragenlijsten te vergroten.