het effect van weidegang op de gehalten van vet en eiwit in koemelk
Summary
Samenvatting
Sinds jaar en dag treedt er onder Nederlandse omstandigheden in de zomerperiode een daling van de gehalten in koemelk op. Het is niet verwonderlijk dat deze daling lange tijd in verband is gebracht met weidegang. Vers gras is namelijk heel anders van samenstelling dan geconserveerd gras.
De hoge verteerbaarheid van de organische stof en het lage aanbod van structuur zouden de pensfermentatie wellicht zodanig beïnvloeden dat er minder substraat voor de synthese van melk en melkcomponenten beschikbaar komt. Dit is echter erg onwaarschijnlijk aangezien de hoogste VCOS en de laagste RC waarden voorkomen op een moment dat er nog geen sprake is van daling van de gehalten.
Een andere mogelijkheid van vers gras om de synthese van melkcomponenten te beïnvloeden is via het aandeel Poly Unsatisfied Fatty Accids. Verschillende van deze isomeren hebben een downregulerend effect op enzymen die melkvetproductie reguleren. Hier geldt echter wederom dat het aanbod aan PUFA’s in gras niet overeenkomt met het te verwachten patroon, indien dit de oorzaak van de depressie in gehalten zou zijn. Ook wanneer we kijken naar het aandeel PUFA’s in de melk zien we dat deze niet op zijn hoogst zijn als de gehalten het laagst zijn.
Doordat de pens een belangrijke factor is in het aanbod van PUFA’s op darmniveau is het mogelijk dat de hoeveelheid in de melk niet synchroon loopt aan de hoeveelheid in het voeder.
Om erachter te komen of weidegang überhaupt wel van invloed is op de daling van de gehalten in de zomerperiode is er voor een 38-tal bedrijven gekeken naar het verloop van de gehalten gedurende het seizoen. De bedrijven zijn onderverdeeld op basis van het al dan niet aanbieden van weidegang aan hun dieren gedurende de zomerperiode. Ook is het verloop van de lactatiecurve in de zomer en winter periode nader bekeken.
De hoeveelheid melk, vet en eiwit die de dieren in de groep zonder weidegang gaven was in zowel de zomer periode als in de winterperiode hoger. Het absolute verschil in de beide periode was gelijk. Weidegang had dus geen effect op de geproduceerde hoeveelheden. Ook had weidegang geen invloed op het verloop van de lactatiecurve in de verschillende perioden. Tussen de beide perioden werden er echter wel interessante verschillen gevonden.