dc.rights.license | CC-BY-NC-ND | |
dc.contributor.advisor | Linge, R. van | |
dc.contributor.author | Hoegen, P.A. | |
dc.date.accessioned | 2008-11-13T18:00:37Z | |
dc.date.available | 2008-11-13 | |
dc.date.available | 2008-11-13T18:00:37Z | |
dc.date.issued | 2008 | |
dc.identifier.uri | https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/2214 | |
dc.description.abstract | Inleiding: Verpleegkundigen worden in Nederland opgeleid in het middelbaar (MBO) en het hoger
beroepsonderwijs (HBO). Verpleegkundigen van beide opleidingsniveaus vervullen echter binnen
algemene ziekenhuizen veelal dezelfde functies. Hierbij worden bachelorverpleegkundigen niet op hbo
niveau ingezet. Dit gebrek aan onderscheid en de discrepantie tussen opleidingsniveau en
beroepspraktijk leidt tot ongewenste neveneffecten voor zowel de betrokken verpleegkundigen als de
zorginstellingen. In projecten voor functiedifferentiatie wordt echter bij verpleegkundigen vaak een
gebrek aan draagvlak voor functiedifferentiatie geconstateerd.
De discrepantie tussen opleidingsniveau en beroepspraktijk evenals de invloed daarvan op de adoptie
van functiedifferentiatie is nog niet onder verpleegkundigen zelf onderzocht.
Probleemstelling: Bestaat de in de (vak)literatuur theoretisch veronderstelde discrepantie tussen
verworven en bevraagde beroepscompetenties in de beroepspraktijk? Hebben
bachelorverpleegkundigen voorkeur ten aanzien van de vorm van taakspecialisatie en is er een verband
met de discrepantie tussen verworven en bevraagde beroepscompetenties?
Methode: In dit explorerend onderzoek werden door middel van twee gelegenheidssteekproeven 109
verpleegkundigen en 52 bachelorverpleegkundigen in opleiding geselecteerd en uitgenodigd een
voorgestructureerde vragenlijst in te vullen, bestaande uit een vragenlijst beroepscompetenties en een
vragenlijst taakspecialisatie. Op de vragenlijst beroepscompetenties konden de respondenten beide op
een vierpuntsschaal invullen in welke mate zij de beroepscompetentie in hun opleiding hebben
verworven en in welke mate zij hier in hun dagelijks werk op worden bevraagd. De vragenlijst
taakspecialisatie bestond uit acht stellingen waarbij de respondenten op een Likertschaal met zes
antwoordmogelijkheden aan konden geven in welke mate zij het daarmee oneens, dan wel eens waren.
Resultaten: Bachelorverpleegkundigen geven aan dat zij met name op de beroepscompetenties die de
directe zorgverlening overstijgen worden onder bevraagd. De adoptie van taakspecialisatie
concentreert zich nadrukkelijk op taakverrijking, maar ook op taakversmalling wordt positief
gereageerd. Bij adoptie van taakversmalling lijkt een gelijktijdige taakverrijking wel een voorwaarde
te zijn. Deze voorwaardelijkheid wordt afgeleid uit verbanden tussen enkele discrepanties en
taakverrijking en correlaties tussen verworven en aangeleerde beroepscompetenties met taakverrijking
en taakversmalling.
Conclusies: Bij functiedifferentiatieprojecten met alleen taakversmalling, taakverruiming of
taakverarming ligt een gebrek aan draagvlak onder bachelorverpleegkundigen voor de hand.
Bachelorverpleegkundigen hebben waarschijnlijk een hoge mate van adoptie wanneer gespecialiseerd
wordt naar een patiëntengroep met een specifieke zorgvraag (taakversmalling) in combinatie met een
uitbreiding van de eigen verantwoordelijkheid voor en controle op de verpleegkundige
werkzaamheden (taakverrijking).
Aanbevelingen: Nader onderzoek naar de voorwaardelijkheid van taakverrijking bij taakversmalling in
relatie tot een grotere mate van adoptie door bachelorverpleegkundigen kan verder bijdragen aan de
ontwikkeling en invoering van functiedifferentiatie onder verpleegkundigen. Aanbevolen wordt het
meetinstrument taakspecialisatie nauwkeuriger en betrouwbaarder te maken en daarbij eventueel het
meetinstrument beroepscompetenties te vereenvoudigen. Het uitbreiden van het aantal respondenten in
dit onderzoek zal mogelijk leiden tot duidelijkere relaties tussen de discrepanties en taakspecialisatie.
Het kleine aantal respondenten beperkte hier waarschijnlijk het bereiken van een significant niveau. | |
dc.description.sponsorship | Utrecht University | |
dc.format.extent | 2668260 bytes | |
dc.format.mimetype | application/pdf | |
dc.language.iso | nl | |
dc.title | Gelijke kappen, gelijke monniken : Afstudeeronderzoek naar de vermeende discrepantie tussen ontwikkelde en bevraagde
beroepscompetenties van bachelorverpleegkundigen en hun adoptie van taakspecialisatie | |
dc.type.content | Master Thesis | |
dc.rights.accessrights | Open Access | |
dc.subject.keywords | Beroepscompetenties, Taakspecialisatie, Adoptie, Bachelorverpleegkundigen, Competencies, Task specialization, Adoption, Graduated nurses | |
dc.subject.courseuu | Verplegingswetenschap | |