Show simple item record

dc.rights.licenseCC-BY-NC-ND
dc.contributor.advisorKlein Haarhuis, C.M.
dc.contributor.advisorCoffé, H.R.
dc.contributor.authorEs, E.A.J. van
dc.date.accessioned2008-10-16T17:10:20Z
dc.date.available2008-10-16
dc.date.available2008-10-16T17:10:20Z
dc.date.issued2008
dc.identifier.urihttps://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/2120
dc.description.abstractIn dit onderzoek is de problematiek rondom ‘1F-ers’ (vermeende oorlogsmisdadigers die onder artikel 1F van het vluchtelingenverdrag van Geneve vallen) in kaart gebracht. Artikel 1F uit dit verdrag heeft betrekking op een persoon ten aanzien van wie er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat: a) hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten, opgesteld om de bepalingen met betrekking tot deze misdrijven in het leven te roepen; b) hij een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan buiten het land van toevlucht, voordat hij tot dit land als vluchteling is toegelaten; c) hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties. Het doel van het onderzoek is het door middel van onderzoek en analyse bijdragen aan inzicht in en oplossingen voor de problemen die er bestaan rondom personen die artikel 1F tegengeworpen hebben gekregen en hun eventuele gezinsleden. Om deze doelstelling te bereiken heeft er eerst een beschrijvende analyse plaatsgevonden van de problematiek rondom 1F-ers en van mogelijke oplossingen hiervoor. Hierin werd duidelijk dat er kritiek bestaat op het ambtsbericht Afghanistan van 29 februari 2000, op grond waarvan veel personen artikel 1F tegengeworpen hebben gekregen. Daarnaast is er kritiek op hoe de zaken nu gaan. De personen worden sinds 2006 standaard ongewenst verklaard, wanneer hen artikel 1F wordt tegengeworpen. Uitzetting is vaak niet mogelijk, omdat artikel 3EVRM uitzetting in de weg staat, of omdat de persoon in kwestie niet meewerkt. Hierdoor verblijven de personen –langdurig- illegaal in Nederland. Vervolging is vaak ook moeilijk omdat bewijzen bijvoorbeeld niet meer te vinden zijn. Vervolging zou eigenlijk meer moeten plaatsvinden geven de geïnterviewde personen aan. Daarnaast zou er een termijn gesteld moeten worden aan de tegenwerping van het artikel, zodat er op een gegeven moment een einde aan de onzekere situatie komt. Dit zijn in het kort de belangrijkste resultaten van de beschrijvende analyse. Naast een beschrijvende analyse heeft er een modelmatige analyse plaatsgevonden, waarin het besluitvormingsproces dat over de 1F-ers zal gaan plaatsvinden, is geanalyseerd. De besluitvormingsanalyse is uitgevoerd voor drie controversiële issues, te weten: 1) Moet er een actualisering van het ambtsbericht Afghanistan van 29 februari 2000 komen? 2) Na welk termijn moeten de personen die artikel 1F tegengeworpen hebben gekregen in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning? 3) Hoe moet er worden omgegaan met gezinsleden van de personen met de 1F-status? Op deze drie issues zijn drie modellen toegepast, te weten het mediane kiezersmodel, het compromismodel en het twee-fasenmodel. Het eerste model is gewogen naar formele macht (stemmacht) en naar de posities van de verschillende actoren. Bij het compromismodel zijn de posities achtereenvolgens niet gewogen, gewogen naar formele macht, gewogen naar informele macht en gewogen naar belang. Bij het twee-fasenmodel zijn zowel de posities, formele macht, informele macht, belang en het beleidsnetwerk meegenomen in de analyse. Op basis hiervan zijn voorspellingen gedaan m.b.t. de mogelijke uitkomsten van dit debat. Op het eerste issue voorspelden alle modellen dat er een actualisering van het ambtsbericht gaat komen. Op het tweede issue voorspelde het mediane kiezersmodel dat er een termijn van 10 jaar wordt gesteld, ongeacht of artikel 3EVRM van toepassing is, terwijl de andere twee modellen een termijn van 10 jaar voorspelde alleen wanneer artikel 3EVRM van toepassing is. Op het derde issue voorspelt het mediane kiezersmodel dat gezinsleden vanaf de asielaanvraag volledig op eigen gronden beoordeeld gaan worden, terwijl het compromismodel en het twee-fasenmodel voorspellen dat dit pas na tien jaar gaat gebeuren. De voorspellingen lopen dus wat uiteen, dit kan te maken hebben met de elementen die worden meegenomen in de analyse. Bij het mediane kiezersmodel is dat alleen de formele macht, terwijl de andere modellen ook andere elementen laten meewegen. Aangezien het debat nog niet had plaatsgevonden op het moment van het onderzoek, konden de voorspellingen niet worden vergeleken met de werkelijke uikomsten van het debat.
dc.description.sponsorshipUtrecht University
dc.language.isonl
dc.title“1F-problematiek” in kaart gebracht. Een beschrijvende en modelmatige analyse van de problematiek rondom vermeende oorlogsmisdadigers
dc.type.contentMaster Thesis
dc.rights.accessrightsOpen Access
dc.subject.keywords1F
dc.subject.keywordsoorlogsmisdadigers
dc.subject.keywordsbesluitvormingsanalyse
dc.subject.courseuuVraagstukken van beleid en organisatie


Files in this item

Thumbnail

This item appears in the following Collection(s)

Show simple item record