Doelrealisatie binnen Stichting Flexus. Welke factoren hangen samen met het opstellen van SMART-doelen?
Summary
Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de factoren die meespelen bij het opstellen van SMART-doelen, als onderdeel van doelrealisatie, op de afdeling IPT van Stichting Flexus. Daarbij is er onderzoek gedaan naar de mate van SMART formuleren en de invloed van de kenmerken en de mening van de Ambulant werkers hierop. Daarnaast is er gekeken naar de cliëntinformatie die beschikbaar is bij aanvang van de hulpverlening. Tevens is de inhoudelijke informatie in het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg en de hulpverleningsplannen die Ambulant werkers opstellen onderzocht. Binnen dit onderzoek is sprake van triangulatie. De gegevens zijn verzameld aan de hand van een vragenlijst, diepte-interviews en dossieronderzoek.
De doelen die opgesteld worden, zijn voor een groot deel SMART. Een groot aantal Ambulant werkers geeft aan de doelen nog niet volledig SMART te maken maar het SMART- principe wel toe te passen op bepaalde onderdelen. Uit de gegevens blijkt dat Ambulant werkers vooral gebruik maken van eigen gesprekken en ervaringen met de cliënt en het cliëntsysteem. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van indicatiebesluiten. Deze worden gezien als aanvulling op de eigen ondervindingen van de Ambulant werkers. De doelen die opgesteld worden in de indicatiebesluiten zijn vooral gebaseerd op de zorgdomeinen ‘gedrag’, ‘relaties’ en ‘omgeving’. Dit geldt ook voor doelen die opgesteld worden in de hulpverleningsplannen. Het nut van doelrealisatie wordt door het merendeel van de Ambulant werkers onder ogen gezien, maar het toepassen van de nieuwe methodiek is niet eenvoudig. Er wordt dan ook aangeraden om de werknemers goed te begeleiden en in te lichten over de nieuwe werkwijze zodat deze goed geïmplementeerd kan worden.