Gedragsveranderingen bij leerlingen van Beukenrode-Onderwijs binnen 1 schooljaar
Summary
In huidige studie is onderzocht of er sprake is van gedragsveranderingen specifiek behorende bij leerlingen met ODD, ADHD en/of PDD-NOS van Beukenrode-Onderwijs binnen 1 schooljaar. Tevens is gekeken of er sprake is van de invloed van bepaalde individuele kenmerken en kenmerken van de aanpak van de school op deze mogelijke gedragsveranderingen. Er is gebruik gemaakt van een herhaalde metingen analyse met twee meetmomenten (T1 en T2), en een herhaalde metingen analyse met drie meetmomenten om het verloop van de periode tussen de twee meetmomenten te kunnen beschrijven. Met behulp van de Youth Self Report, de Teacher Report Form, de Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal probleemgedrag bij Kinderen, de ADHD Vragenlijst en de How I Think Questionnaire zijn 81 leerlingen en hun leerkrachten ondervraagd. Met behulp van geconstrueerde vragenlijsten voor de leerkrachten, de leerlingen en de directeur is de beschreven aanpak getoetst en vergeleken met effectieve aanpakaspecten beschreven in wetenschappelijke literatuur. Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van significante gedragsveranderingen. Wel zijn er interactie-effecten gevonden van tijd en geslacht, tijd en stoornis en tijd en aantal maanden onderwijs op o.a. delinquent en agressief gedrag. De tussentijdse meetmomenten laten geen significante effecten en/of verschillen zien. De aanpak lijkt redelijk tot goed overeen te komen met effectieve aanpakaspecten beschreven in wetenschappelijke literatuur. Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van significante gedragsveranderingen en van hoofdeffecten. Wel blijken interacties tussen tijd en geslacht, tijd en stoornis en tijd en aantal maanden onderwijs effect te hebben op een aantal gedragingen. De aanpak lijkt redelijk overeen te komen met effectieve aanpakaspecten. Aanbevolen wordt een langere onderzoeksperiode om mogelijke significante gedragsveranderingen te vinden. Daarnaast het meenemen van het gedrag thuis om een completer beeld te krijgen van het gedrag. Als laatste het meenemen van een controlegroep om o.a. meer duidelijkheid te kunnen geven over de effectiviteit van de schoolaanpak.