dc.description.abstract | Executieve functies zijn van invloed op de rekenvaardigheid van kinderen. Het doel van huidig onderzoek is de verschillen tussen kinderen met zwakke en sterke executieve functies op het strategiegebruik, de fouten die ze maken en de reactietijd bij het vermenigvuldigen in aart te brengen. In dit kader is de microgenetische methode toegepast. Dit is een aanpak die een bepaalde vaardigheid en voorkomende veranderingen daarin in een relatief korte periode onderzoekt. Aan dit onderzoek hebben 46 participanten uit groep 4 van de reguliere basisschool deelgenomen. Drie executieve functies zijn meegenomen in dit onderzoek: inhibitie, shifting en updating. Vijf strategieën werden onderscheiden: het tellen op de vingers, tekenen en tellen, herhaald optellen, afgeleide kennis en het direct ophalen van een antwoord. Uit de resultaten komen verschillen naar voren in de vooruitgang van het strategiegebruik tussen kinderen met een zwak en sterk shiftingvermogen. Daarnaast is er een verschil in vooruitgang van strategiegebruik en aantal juiste antwoorden tussen kinderen met een zwak en sterk updatingvermogen geconstateerd. Het inhibitievermogen vormt uitzondering op de genoemde verschillen. Er zijn geen verschillen in vooruitgang waar te nemen tussen kinderen met een zwak en sterk inhibitievermogen op het strategiegebruik, het aantal juiste antwoorden en de reactietijd. De reactietijd blijkt daarnaast weinig beïnvloed te worden door de drie executieve functies. | |