Psychische verouderingsverschijnselen bij mensen met een verstandelijke beperking
Summary
Achtergrond. Er is sprake van vergrijzing in Nederland, ook in de populatie mensen met een verstandelijke beperking. Als gevolg van de vergrijzing zouden ook meer mensen met een verstandelijke beperking last kunnen krijgen van ouderdomsverschijnselen.
Doel. Meer inzicht krijgen in de aanwezigheid van ouderdomsverschijnselen bij mensen met een verstandelijke beperking. Hiernaast zal onderzocht worden of het nodig is informatie van meerdere informanten te krijgen om een betrouwbaar beeld van geheugenproblemen te krijgen.
Methode. Voor tien jongere en 11 oudere respondenten met een lichte, matige of ernstige verstandelijke beperking zijn de Psychopathology Instrument for Mentally Retarded Adults en de Dementie Vragenlijst voor Verstandelijk Gehandicapten door begeleiders ingevuld. Daarnaast hebben de respondenten zelf twee subtesten van de NETOL, een neuropsychologische test, uitgevoerd, om het geheugen en de motorische snelheid te meten.
Resultaten. Uit het huidige onderzoek komt naar voren dat er geen significante verschillen zijn tussen de jongere groep (28 – 55 jaar) en de oudere groep (56- 73 jaar) wat betreft geheugenproblemen, stemmingsverstoord gedrag en motorische snelheid.
Er blijken geen significant verschillen te zijn tussen de uitkomsten op de schalen kort en lang termijn geheugen (DVZ) en de uitkomsten op de NETOL kort en lang geheugentest.
Conclusie. Een mogelijke verklaring voor het feit dat er geen verschillen tussen de groepen zijn gevonden kan liggen in het feit dat er in de jonge groep verhoudingsgewijs meer mensen met een ernstige verstandelijke beperking zitten.
Wanneer we naar de resultaten van het onderzoek kijken lijkt het niet noodzakelijk om informatie van verschillende bronnen te gebruiken bij het onderzoek naar geheugenproblemen.