Vriendschapsscholen: intenties en omstandigheden van scholen die een vriendschap aangaan
Summary
Met dit onderzoek is geprobeerd een antwoord te vinden op de vraag: ‘met welke intenties en omstandigheden beginnen scholen aan een vriendschapsband met een andere school?’ Het verschil tussen Rotterdamse en Amsterdamse scholen was daarbij belangrijk. Er werden 16 scholen ondervraagd uit zowel Rotterdam als Amsterdam. In Rotterdam zijn vriendschapsscholen een onderdeel van het beleid van integratie, in Amsterdam zijn er vriendschapsprojecten die worden aangemoedigd naar aanleiding van het Convenant Kleurrijke Scholen. In beide steden wilden scholen graag meedoen om vooroordelen tegen te gaan, en bij te dragen aan integratie tussen bevolkingsgroepen. In Rotterdam was de samenwerking met de andere school belangrijk om de vriendschap te laten slagen, in Amsterdam kunnen de vriendschappen slagen omdat de projectorganisaties het werk uit handen van de scholen nemen. Positieve eerdere ervaringen golden voor scholen in de beide steden als enthousiasmerend en droegen bij aan een positief beeld van vriendschapsscholen. Voor de scholen in zowel Rotterdam als Amsterdam was de directe aanleiding om een vriendschap aan te gaan vaak het benaderd worden door een andere school of de gemeente.